Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kwesties:
  2. kwestie:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kwesties (Nederlands) in het Frans

kwesties:


kwestie:

kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de kwestie (issue; punt)
    le cas; la question; le problème; l'affaire; le différend; le point à l'ordre du jour
  2. de kwestie (aangelegenheid; geval; zaak; affaire)
    le cas; l'affaire; le problème; le fait; la question
    • cas [le ~] zelfstandig naamwoord
    • affaire [la ~] zelfstandig naamwoord
    • problème [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fait [le ~] zelfstandig naamwoord
    • question [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. de kwestie (geval; zaak)
    le cas; l'affaire; la question
    • cas [le ~] zelfstandig naamwoord
    • affaire [la ~] zelfstandig naamwoord
    • question [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. de kwestie (probleem; vraagstuk)
    le problème; la question; le cas
    • problème [le ~] zelfstandig naamwoord
    • question [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cas [le ~] zelfstandig naamwoord
  5. de kwestie (opgave; vraagstuk; opgaaf; zwaarte; probleem)
    la tâche; le dilemme; la tâche scolaire; le problème; la question
  6. de kwestie (casus; geval)
    le cas; le fait; la question
    • cas [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fait [le ~] zelfstandig naamwoord
    • question [la ~] zelfstandig naamwoord
  7. de kwestie (geschil; ruzie; twist)
    le conflit; le litige; le différend

Vertaal Matrix voor kwestie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affaire aangelegenheid; affaire; geval; issue; kwestie; punt; zaak aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; bedrijf; bezigheid; deal; firma; incident; koop; koopmanschap; kopen; onderneming; transactie; verkrijging; verwerving; zaak; zaakje
cas aangelegenheid; affaire; casus; geval; issue; kwestie; probleem; punt; vraagstuk; zaak deining; gezichtshoek; gezichtspunt; incident; invalshoek; kwesties; naamval; oogpunt; ophef; perspectief; problematiek; problemen; standpunt; zaakje; zienswijs
conflit geschil; kwestie; ruzie; twist botsing; conflict; debat; dispuut; doolhof; geschil; gevecht; kamp; labyrint; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; strijd; twist; twistgesprek; warboel; warnet; woordenstrijd; woordenwisseling; worsteling
différend geschil; issue; kwestie; punt; ruzie; twist botsing; conflict; debat; dispuut; geschil; gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; meningsverschil; onenigheid; oogpunt; perspectief; redestrijd; redetwist; ruzie; standpunt; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling; zienswijs
dilemme kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte dilemma
fait aangelegenheid; affaire; casus; geval; kwestie; zaak actie; aktie; daad; evenement; feit; gebeurtenis; handeling; incident; voorval
litige geschil; kwestie; ruzie; twist botsing; conflict; doolhof; gevecht; kamp; labyrint; onenigheid; ruzie; strijd; twist; warboel; warnet; worsteling
point à l'ordre du jour issue; kwestie; punt
problème aangelegenheid; affaire; geval; issue; kwestie; opgaaf; opgave; probleem; punt; vraagstuk; zaak; zwaarte complicatie; geval; gezichtshoek; gezichtspunt; ingewikkeldheid; interpellatie; invalshoek; moeilijkheid; oogpunt; perspectief; probleem; probleemgeval; probleemstelling; standpunt; stelling; verhandeling; vraag; vraagstelling; werkstuk; zienswijs
question aangelegenheid; affaire; casus; geval; issue; kwestie; opgaaf; opgave; probleem; punt; vraagstuk; zaak; zwaarte gezichtshoek; gezichtspunt; ingewikkeldheid; interpellatie; invalshoek; kwesties; moeilijkheid; oogpunt; perspectief; probleem; probleemstelling; problematiek; problemen; standpunt; stelling; verhandeling; vraag; vraagstelling; werkstuk; zienswijs
tâche kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte aanvraag; arbeid; contract; ingewikkeldheid; job; karwei; karweitje; klusje; moeilijkheid; probleem; taak; verhandeling; werkstuk
tâche scolaire kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte
- moeilijkheid; probleem; zaak
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fait af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; doorgekookt; gaar; geboren; gecreëerd; gedaan; gemaakt; gepleegd; geproduceerd; gereed; geschapen; gevormd; geëindigd; klaar; over; ter wereld gekomen; uit; uitgevoerd; verricht; vervaardigd; volbracht; voltooid; voltrokken; voorbij

Verwante woorden van "kwestie":


Synoniemen voor "kwestie":


Verwante definities voor "kwestie":

  1. waar het over gaat1
    • ik heb de kwestie met hem besproken1
  2. waar niet meteen een antwoord of een oplossing is1
    • de kwestie is: wie wordt de nieuwe directeur1

Wiktionary: kwestie

kwestie
noun
  1. zaak, geschil, probleem
kwestie
noun
  1. interrogation, demande que l’on faire pour s’informer de quelque chose.

Cross Translation:
FromToVia
kwestie question question — topic under discussion

Computer vertaling door derden: