Nederlands
Uitgebreide vertaling voor krom (Nederlands) in het Frans
krom:
Vertaal Matrix voor krom:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
courbé | gebogen; gekromd; krom | concaaf; gebogen; holrond; omgebogen; verbogen; voorovergebogen |
plié | gebogen; gekromd; krom | dubbelgeklapt; dubbelgevouwen; gevouwen; opgevouwen |
replié | gebogen; gekromd; krom | |
tordu | gebogen; gekromd; krom | dubbelgeklapt; dubbelgevouwen; verbogen; verdraaid; vertrokken; verwrongen |
tortueux | gebogen; gekromd; krom | bochtig; heen en weer zwaaiend; kronkelend; kronkelig; slingerend |
voûté | gebogen; gekromd; krom | concaaf; gebogen; gewelfd; holrond |
Verwante woorden van "krom":
Antoniemen van "krom":
Verwante definities voor "krom":
krommen:
-
krommen (buigen; krom buigen)
plier; se tordre; courber; se courber; recourber; se voûter; fléchir; s'incliner; s'incurver-
plier werkwoord (plie, plies, plions, pliez, plient, pliais, pliait, pliions, pliiez, pliaient, pliai, plias, plia, pliâmes, pliâtes, plièrent, plierai, plieras, pliera, plierons, plierez, plieront)
-
se tordre werkwoord
-
courber werkwoord (courbe, courbes, courbons, courbez, courbent, courbais, courbait, courbions, courbiez, courbaient, courbai, courbas, courba, courbâmes, courbâtes, courbèrent, courberai, courberas, courbera, courberons, courberez, courberont)
-
se courber werkwoord
-
recourber werkwoord (recourbe, recourbes, recourbons, recourbez, recourbent, recourbais, recourbait, recourbions, recourbiez, recourbaient, recourbai, recourbas, recourba, recourbâmes, recourbâtes, recourbèrent, recourberai, recourberas, recourbera, recourberons, recourberez, recourberont)
-
se voûter werkwoord
-
fléchir werkwoord (fléchis, fléchit, fléchissons, fléchissez, fléchissent, fléchissais, fléchissait, fléchissions, fléchissiez, fléchissaient, fléchîmes, fléchîtes, fléchirent, fléchirai, fléchiras, fléchira, fléchirons, fléchirez, fléchiront)
-
s'incliner werkwoord
-
s'incurver werkwoord
-
-
krommen (buigen; welven)
plier; recourber; courber; s'incliner; se courber; s'incurver-
plier werkwoord (plie, plies, plions, pliez, plient, pliais, pliait, pliions, pliiez, pliaient, pliai, plias, plia, pliâmes, pliâtes, plièrent, plierai, plieras, pliera, plierons, plierez, plieront)
-
recourber werkwoord (recourbe, recourbes, recourbons, recourbez, recourbent, recourbais, recourbait, recourbions, recourbiez, recourbaient, recourbai, recourbas, recourba, recourbâmes, recourbâtes, recourbèrent, recourberai, recourberas, recourbera, recourberons, recourberez, recourberont)
-
courber werkwoord (courbe, courbes, courbons, courbez, courbent, courbais, courbait, courbions, courbiez, courbaient, courbai, courbas, courba, courbâmes, courbâtes, courbèrent, courberai, courberas, courbera, courberons, courberez, courberont)
-
s'incliner werkwoord
-
se courber werkwoord
-
s'incurver werkwoord
-
Conjugations for krommen:
o.t.t.
- krom
- kromt
- kromt
- krommen
- krommen
- krommen
o.v.t.
- kromde
- kromde
- kromde
- kromden
- kromden
- kromden
v.t.t.
- ben gekromd
- bent gekromd
- is gekromd
- zijn gekromd
- zijn gekromd
- zijn gekromd
v.v.t.
- was gekromd
- was gekromd
- was gekromd
- waren gekromd
- waren gekromd
- waren gekromd
o.t.t.t.
- zal krommen
- zult krommen
- zal krommen
- zullen krommen
- zullen krommen
- zullen krommen
o.v.t.t.
- zou krommen
- zou krommen
- zou krommen
- zouden krommen
- zouden krommen
- zouden krommen
diversen
- krom!
- kromt!
- gekromd
- krommend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze