Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kringel (Nederlands) in het Frans
kringel:
-
kringel (kringvormig; kring)
-
kringel (cirkeltje; kringetje)
le petit cercle
Vertaal Matrix voor kringel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
auréole | kring; kringel; kringvormig | aura; aureool; halo; heiligenschijn; lichtkrans; mandorla; stralenkrans; stralenkroon |
cercle | kring; kringel; kringvormig | bond; broederschap; cirkel; cirkelvorm; club; genootschap; gezelschap; gilde; kring; omgang; omgang hebben met; orde; organisatie; partij; ploeg; ring; ronde doen; rondje; societiet; sociëteit; soos; stadionring; team; unie; vereniging |
halo | kring; kringel; kringvormig | aura; aureool; halo; heiligenschijn; lichtkrans; mandorla; stralenkrans; stralenkroon |
petit cercle | cirkeltje; kringel; kringetje | |
rond | kring; kringel; kringvormig | cirkel; cirkelvorm; kring; ring; stadionring |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rond | bol; bolstaand; bolvormig; concaaf; holrond; kogelrond; kogelvormig; rond; sferisch |
Verwante woorden van "kringel":
kringel vorm van kringelen:
-
kringelen (in kringetjes ronddraaien)
serpenter; tournoyer-
serpenter werkwoord (serpente, serpentes, serpentons, serpentez, serpentent, serpentais, serpentait, serpentions, serpentiez, serpentaient, serpentai, serpentas, serpenta, serpentâmes, serpentâtes, serpentèrent, serpenterai, serpenteras, serpentera, serpenterons, serpenterez, serpenteront)
-
tournoyer werkwoord (tournoie, tournoies, tournoyons, tournoyez, tournoient, tournoyais, tournoyait, tournoyions, tournoyiez, tournoyaient, tournoyai, tournoyas, tournoya, tournoyâmes, tournoyâtes, tournoyèrent, tournoierai, tournoieras, tournoiera, tournoierons, tournoierez, tournoieront)
-
Conjugations for kringelen:
o.t.t.
- kringel
- kringelt
- kringelt
- kringelen
- kringelen
- kringelen
o.v.t.
- kringelde
- kringelde
- kringelde
- kringelden
- kringelden
- kringelden
v.t.t.
- ben gekringeld
- bent gekringeld
- is gekringeld
- zijn gekringeld
- zijn gekringeld
- zijn gekringeld
v.v.t.
- was gekringeld
- was gekringeld
- was gekringeld
- waren gekringeld
- waren gekringeld
- waren gekringeld
o.t.t.t.
- zal kringelen
- zult kringelen
- zal kringelen
- zullen kringelen
- zullen kringelen
- zullen kringelen
o.v.t.t.
- zou kringelen
- zou kringelen
- zou kringelen
- zouden kringelen
- zouden kringelen
- zouden kringelen
en verder
- heeft gekringeld
- hebben gekringeld
diversen
- kringel!
- kringelt!
- gekringeld
- kringelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kringelen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
serpenter | in kringetjes ronddraaien; kringelen | omhoogkronkelen |
tournoyer | in kringetjes ronddraaien; kringelen | draaien; dwarrelen; kantelen; kolken; naar beneden zweven; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen; wriggelen; wrikken |