Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. krak:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor krak (Nederlands) in het Frans

krak:

krak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de krak (barst; breuk; scheur)
    la fissure; la rupture; la crevasse; la fêlure; la gerçure
    • fissure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rupture [la ~] zelfstandig naamwoord
    • crevasse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fêlure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gerçure [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor krak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crevasse barst; breuk; krak; scheur barst; bergkloof; bergkloven; bergspleet; gat; gleuf; groef; inkeping; kier; kloof; kloven; opening; reet; rotskloof; rotsspleet; scheur; sleuf; spleet; spleten; split; tussenruimte; uitsparing
fissure barst; breuk; krak; scheur barsten; gleuf; kloof; krakken; langwerpige uitholling; opening; sleuf; spleet; tussenruimte; uitsparing
fêlure barst; breuk; krak; scheur knak; knik
gerçure barst; breuk; krak; scheur
rupture barst; breuk; krak; scheur afbreking; breken; breuk; fractuur; ruptuur; scheuring

Verwante woorden van "krak":


Wiktionary: krak