Nederlands
Uitgebreide vertaling voor koorddansen (Nederlands) in het Frans
koorddansen:
-
koorddansen
danser sur la corde; funambuler; voltiger-
danser sur la corde werkwoord
-
funambuler werkwoord
-
voltiger werkwoord (voltige, voltiges, voltigeons, voltigez, voltigent, voltigeais, voltigeait, voltigions, voltigiez, voltigeaient, voltigeai, voltigeas, voltigea, voltigeâmes, voltigeâtes, voltigèrent, voltigerai, voltigeras, voltigera, voltigerons, voltigerez, voltigeront)
-
-
koorddansen
danser sur la corde-
danser sur la corde werkwoord
-
Conjugations for koorddansen:
o.t.t.
- koorddans
- koorddanst
- koorddanst
- koorddansen
- koorddansen
- koorddansen
o.v.t.
- koorddanste
- koorddanste
- koorddanste
- koorddansten
- koorddansten
- koorddansten
v.t.t.
- heb gekoorddanst
- hebt gekoorddanst
- heeft gekoorddanst
- hebben gekoorddanst
- hebben gekoorddanst
- hebben gekoorddanst
v.v.t.
- had gekoorddanst
- had gekoorddanst
- had gekoorddanst
- hadden gekoorddanst
- hadden gekoorddanst
- hadden gekoorddanst
o.t.t.t.
- zal koorddansen
- zult koorddansen
- zal koorddansen
- zullen koorddansen
- zullen koorddansen
- zullen koorddansen
o.v.t.t.
- zou koorddansen
- zou koorddansen
- zou koorddansen
- zouden koorddansen
- zouden koorddansen
- zouden koorddansen
diversen
- koorddans!
- koorddanst!
- gekoorddanst
- koorddansend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor koorddansen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
danser sur la corde | koorddansen | |
funambuler | koorddansen | |
voltiger | koorddansen | dwarrelen; fladderen; naar beneden zweven; opdwarrelen; wapperen |