Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kooi (Nederlands) in het Frans
kooi:
-
de kooi (vogelkooi)
Vertaal Matrix voor kooi:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cage | kooi; vogelkooi | box; dierenverblijfplaats; hok; kooitje; nestkastje; opbergruimte; vogelhuisje; vogelkooitje |
volière | kooi; vogelkooi | box; kooitje; opbergruimte; vogelhuisje; vogelkooitje; volière |
Verwante woorden van "kooi":
kooi vorm van kooien:
-
kooien
encager; mettre en cage-
encager werkwoord (encage, encages, encageons, encagez, encagent, encageais, encageait, encagions, encagiez, encageaient, encageai, encageas, encagea, encageâmes, encageâtes, encagèrent, encagerai, encageras, encagera, encagerons, encagerez, encageront)
-
mettre en cage werkwoord
-
Conjugations for kooien:
o.t.t.
- kooi
- kooit
- kooit
- kooien
- kooien
- kooien
o.v.t.
- kooide
- kooide
- kooide
- kooiden
- kooiden
- kooiden
v.t.t.
- heb gekooid
- hebt gekooid
- heeft gekooid
- hebben gekooid
- hebben gekooid
- hebben gekooid
v.v.t.
- had gekooid
- had gekooid
- had gekooid
- hadden gekooid
- hadden gekooid
- hadden gekooid
o.t.t.t.
- zal kooien
- zult kooien
- zal kooien
- zullen kooien
- zullen kooien
- zullen kooien
o.v.t.t.
- zou kooien
- zou kooien
- zou kooien
- zouden kooien
- zouden kooien
- zouden kooien
en verder
- ben gekooid
- bent gekooid
- is gekooid
- zijn gekooid
- zijn gekooid
- zijn gekooid
diversen
- kooi!
- kooit!
- gekooid
- kooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kooien:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
encager | kooien | |
mettre en cage | kooien |