Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kokker:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kokker (Nederlands) in het Frans

kokker:

kokker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kokker (joekel; gevaarte; kanjer; )
    le type; le mastodonte; le colosse
    • type [le ~] zelfstandig naamwoord
    • mastodonte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • colosse [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kokker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
colosse gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei bakbeest; beer; gevaarte; gigant; groot exemplaar; grote man; joekel; knoert; kolos; reus; titaan
mastodonte gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei mastodont
type gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei aard; fatje; figuur; gast; genre; goser; gozer; heerschap; heertje; individu; jochie; jongetje; kerel; klasse; kleine jongen; knakker; knul; man; model; monster; onderverdeling; proefje; proeve; slag; snuiter; soort; specimen; staal; staaltje; sujet; type; vent

Verwante woorden van "kokker":

  • kokkeren, kokkers