Nederlands
Uitgebreide vertaling voor knoeiers (Nederlands) in het Frans
knoeiers:
-
de knoeiers (broddelaars; kladders; klieders)
Vertaal Matrix voor knoeiers:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
barbouilleurs | broddelaars; kladders; klieders; knoeiers; knoeipotten; morsers | |
boussilleurs | broddelaars; kladders; klieders; knoeiers; knoeipotten; morsers | |
gacheurs | broddelaars; kladders; klieders; knoeiers; knoeipotten; morsers | |
saboteurs | broddelaars; kladders; klieders; knoeiers; knoeipotten; morsers | |
tricheurs | broddelaars; kladders; klieders; knoeiers; knoeipotten; morsers | sjoemelaars |
Verwante woorden van "knoeiers":
knoeiers vorm van knoeier:
-
de knoeier (beunhaas; prutser)
-
de knoeier (kladderaar; broddelaar; klieder; kladder)
-
de knoeier (koekenbakker; koekhakker)
le gâte-métier
Vertaal Matrix voor knoeier:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
barbouilleur | broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier | loonbederver; loondrukker; onderkruiper; werkwillige |
bricoleur | beunhaas; knoeier; prutser | beunhaas; factotum; knoeipot; knutselaar; koekenbakker; manusje-van-alles; morser; prutsers; scharrelaar |
gâcheur de métier | broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier | |
gâcheuse de métier | broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier | |
gâte-métier | knoeier; koekenbakker; koekhakker | beunhaas; knoeipot; koekenbakker; loonbederver; loondrukker; morser; onderkruiper; werkwillige |
rapin | broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier |