Nederlands

Uitgebreide vertaling voor knoeier (Nederlands) in het Frans

knoeier:

knoeier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de knoeier (beunhaas; prutser)
    le bricoleur
  2. de knoeier (kladderaar; broddelaar; klieder; kladder)
    le barbouilleur; le rapin; le gâcheur de métier; la gâcheuse de métier
  3. de knoeier (koekenbakker; koekhakker)
    le gâte-métier

Vertaal Matrix voor knoeier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barbouilleur broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier loonbederver; loondrukker; onderkruiper; werkwillige
bricoleur beunhaas; knoeier; prutser beunhaas; factotum; knoeipot; knutselaar; koekenbakker; manusje-van-alles; morser; prutsers; scharrelaar
gâcheur de métier broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier
gâcheuse de métier broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier
gâte-métier knoeier; koekenbakker; koekhakker beunhaas; knoeipot; koekenbakker; loonbederver; loondrukker; morser; onderkruiper; werkwillige
rapin broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier

Verwante woorden van "knoeier":