Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kneden (Nederlands) in het Frans
kneden:
-
kneden (vormen; vervaardigen; modelleren; maken)
former; façonner; modeler; mouler-
former werkwoord (forme, formes, formons, formez, forment, formais, formait, formions, formiez, formaient, formai, formas, forma, formâmes, formâtes, formèrent, formerai, formeras, formera, formerons, formerez, formeront)
-
façonner werkwoord (façonne, façonnes, façonnons, façonnez, façonnent, façonnais, façonnait, façonnions, façonniez, façonnaient, façonnai, façonnas, façonna, façonnâmes, façonnâtes, façonnèrent, façonnerai, façonneras, façonnera, façonnerons, façonnerez, façonneront)
-
modeler werkwoord (modèle, modèles, modelons, modelez, modèlent, modelais, modelait, modelions, modeliez, modelaient, modelai, modelas, modela, modelâmes, modelâtes, modelèrent, modèlerai, modèleras, modèlera, modèlerons, modèlerez, modèleront)
-
mouler werkwoord (moule, moules, moulons, moulez, moulent, moulais, moulait, moulions, mouliez, moulaient, moulai, moulas, moula, moulâmes, moulâtes, moulèrent, moulerai, mouleras, moulera, moulerons, moulerez, mouleront)
-
Conjugations for kneden:
o.t.t.
- kneed
- kneedt
- kneedt
- kneden
- kneden
- kneden
o.v.t.
- kneedde
- kneedde
- kneedde
- kneedden
- kneedden
- kneedden
v.t.t.
- heb gekneed
- hebt gekneed
- heeft gekneed
- hebben gekneed
- hebben gekneed
- hebben gekneed
v.v.t.
- had gekneed
- had gekneed
- had gekneed
- hadden gekneed
- hadden gekneed
- hadden gekneed
o.t.t.t.
- zal kneden
- zult kneden
- zal kneden
- zullen kneden
- zullen kneden
- zullen kneden
o.v.t.t.
- zou kneden
- zou kneden
- zou kneden
- zouden kneden
- zouden kneden
- zouden kneden
en verder
- ben gekneed
- bent gekneed
- is gekneed
- zijn gekneed
- zijn gekneed
- zijn gekneed
diversen
- kneed!
- kneedt!
- gekneed
- knedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kneden:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
façonner | kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen | behandelen; boetseren; fatsoeneren; modelleren; onder behandeling nemen; vorm geven; vormen |
former | kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen | bekwamen; bijbrengen; boetseren; coachen; formeren; grootbrengen; harden; in het leven roepen; leren; maken; modelleren; oefenen; onderwijzen; opvoeden; scheppen; trainen; vorm geven; vormen; vormgeven |
modeler | kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen | boetseren; modelleren; vorm geven; vormen; vormgeven |
mouler | kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen | boetseren; met gespannen voorwerp omsluiten; modelleren; omspannen; overspannen; vorm geven; vormen |