Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- knal:
- knallen:
-
Wiktionary:
- knal → craquement
- knal → détonation
- knallen → péter, craquer
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor knal (Nederlands) in het Frans
knal:
Vertaal Matrix voor knal:
Verwante woorden van "knal":
Wiktionary: knal
knal
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• knal | → détonation | ↔ bang — An explosion |
• knal | → détonation | ↔ Knall — sehr kurzes, lautes Geräusch, wie von einer Detonation erzeugen |
knallen:
-
knallen
éclater; gronder; faire claquer; tonner; détoner-
éclater werkwoord (éclate, éclates, éclatons, éclatez, éclatent, éclatais, éclatait, éclations, éclatiez, éclataient, éclatai, éclatas, éclata, éclatâmes, éclatâtes, éclatèrent, éclaterai, éclateras, éclatera, éclaterons, éclaterez, éclateront)
-
gronder werkwoord (gronde, grondes, grondons, grondez, grondent, grondais, grondait, grondions, grondiez, grondaient, grondai, grondas, gronda, grondâmes, grondâtes, grondèrent, gronderai, gronderas, grondera, gronderons, gronderez, gronderont)
-
faire claquer werkwoord
-
tonner werkwoord (tonne, tonnes, tonnons, tonnez, tonnent, tonnais, tonnait, tonnions, tonniez, tonnaient, tonnai, tonnas, tonna, tonnâmes, tonnâtes, tonnèrent, tonnerai, tonneras, tonnera, tonnerons, tonnerez, tonneront)
-
détoner werkwoord (détone, détones, détonons, détonez, détonent, détonais, détonait, détonions, détoniez, détonaient, détonai, détonas, détona, détonâmes, détonâtes, détonèrent, détonerai, détoneras, détonera, détonerons, détonerez, détoneront)
-
Conjugations for knallen:
o.t.t.
- knal
- knalt
- knalt
- knallen
- knallen
- knallen
o.v.t.
- knalde
- knalde
- knalde
- knalden
- knalden
- knalden
v.t.t.
- heb geknald
- hebt geknald
- heeft geknald
- hebben geknald
- hebben geknald
- hebben geknald
v.v.t.
- had geknald
- had geknald
- had geknald
- hadden geknald
- hadden geknald
- hadden geknald
o.t.t.t.
- zal knallen
- zult knallen
- zal knallen
- zullen knallen
- zullen knallen
- zullen knallen
o.v.t.t.
- zou knallen
- zou knallen
- zou knallen
- zouden knallen
- zouden knallen
- zouden knallen
en verder
- ben geknald
- bent geknald
- is geknald
- zijn geknald
- zijn geknald
- zijn geknald
diversen
- knal!
- knalt!
- geknald
- knallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze