Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. knabbelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor knabbelen (Nederlands) in het Frans

knabbelen:

knabbelen werkwoord (knabbel, knabbelt, knabbelde, knabbelden, geknabbeld)

  1. knabbelen (peuzelen)
    grignoter; ronger
    • grignoter werkwoord (grignote, grignotes, grignotons, grignotez, )
    • ronger werkwoord (ronge, ronges, rongeons, rongez, )

Conjugations for knabbelen:

o.t.t.
  1. knabbel
  2. knabbelt
  3. knabbelt
  4. knabbelen
  5. knabbelen
  6. knabbelen
o.v.t.
  1. knabbelde
  2. knabbelde
  3. knabbelde
  4. knabbelden
  5. knabbelden
  6. knabbelden
v.t.t.
  1. heb geknabbeld
  2. hebt geknabbeld
  3. heeft geknabbeld
  4. hebben geknabbeld
  5. hebben geknabbeld
  6. hebben geknabbeld
v.v.t.
  1. had geknabbeld
  2. had geknabbeld
  3. had geknabbeld
  4. hadden geknabbeld
  5. hadden geknabbeld
  6. hadden geknabbeld
o.t.t.t.
  1. zal knabbelen
  2. zult knabbelen
  3. zal knabbelen
  4. zullen knabbelen
  5. zullen knabbelen
  6. zullen knabbelen
o.v.t.t.
  1. zou knabbelen
  2. zou knabbelen
  3. zou knabbelen
  4. zouden knabbelen
  5. zouden knabbelen
  6. zouden knabbelen
diversen
  1. knabbel!
  2. knabbelt!
  3. geknabbeld
  4. knabbelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor knabbelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grignoter oppeuzelen; opvreten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grignoter knabbelen; peuzelen kluiven; knagen; knauwen
ronger knabbelen; peuzelen inbijten; inkankeren; invreten; kluiven; knagen; knauwen

Wiktionary: knabbelen


Cross Translation:
FromToVia
knabbelen grignoter nibble — eat with small bites
knabbelen mordiller knabbernkleine, mundgerechte Teile von einem in der Regel harten Nahrungsstück oder ähnlichen Gegenständen abbeißen, essen, daran nagen