Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. klontertje:
  2. klonter:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klontertje (Nederlands) in het Frans

klontertje:

klontertje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het klontertje (klontje; klompje)
    la partie; le morceau; le fragment
    • partie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • morceau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fragment [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor klontertje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fragment klompje; klontertje; klontje brokstuk; deel; diggel; fractie; fragment; gedeelte; part; reepje; scherf; splinter; stuk; wrakstuk
morceau klompje; klontertje; klontje aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; boterham; brok; brokstuk; component; deel; deeltje; diggel; element; fractie; ingrediënt; klont; klonter; onderdeel; onderdeeltje; part; plak brood; scherf; segment; snee; sneetje; splinter; stuk; suikerklontje; wrakstuk
partie klompje; klontertje; klontje aandeel; afdeling; basisbestanddeel; bestanddeel; beurt; brok; component; deel; departement; detachement; element; feest; festijn; fractie; gedeelte; gespeel; hoeveelheid; ingrediënt; kinderspel; klont; onderdeel; part; partij; partijtje; party; potje; rondje; sectie; segment; spel; spelletje; stuk; suikerklontje; tak; wedstrijdje

Verwante woorden van "klontertje":


klonter:

klonter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de klonter (klont)
    le grumeau; le gros morceau; le morceau; la motte; le caillot; la masse
    • grumeau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gros morceau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • morceau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • motte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • caillot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • masse [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor klonter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caillot klont; klonter bloedprop; kledder; klodder; kwak; lik; prop
gros morceau klont; klonter
grumeau klont; klonter brok; kledder; klodder; klont; kwak; lik; suikerklontje
masse klont; klonter accumulatie; bende; berg; boel; breekhamers; drom; drukte; gewicht; groep mensen; grote hoeveelheid; grote menigte; heleboel; hoop; horde; kluit; kudde; massa; menigte; mensenmassa; meute; mokers; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; oploopje; overvloed; samenkomst; schaar; schare; stapel; toeloop; troep; veel mensen; voorhamers; zwaarte
morceau klont; klonter aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; boterham; brok; brokstuk; component; deel; deeltje; diggel; element; fractie; ingrediënt; klompje; klont; klontertje; klontje; onderdeel; onderdeeltje; part; plak brood; scherf; segment; snee; sneetje; splinter; stuk; suikerklontje; wrakstuk
motte klont; klonter boel; graszode; heleboel; hoop; plag; turf; turfveen; veen; veengrond; zode

Verwante woorden van "klonter":


Wiktionary: klonter

klonter
noun
  1. Petite portion durcir ou cailler de sang, de lait ou de tout autre matière liquide.

Cross Translation:
FromToVia
klonter caillot clot — blood clot