Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klerk (Nederlands) in het Frans

klerk:

klerk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de klerk (kantoorbediende)
    le secrétaire; le clerc; l'employé de bureau; le commis; l'assistant de bureau
  2. de klerk (personeelslid; werknemer; medewerker; )
    l'employé; le membre du personnel; l'assistant; le salarié; le clerc

Vertaal Matrix voor klerk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assistant arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer assistent; getuige; handlanger; helper; hulp; hulpleraar; hulponderwijzer; omstander; secondant; tijdelijke leerkracht; toeschouwer; trawant
assistant de bureau kantoorbediende; klerk
clerc arbeider; arbeidskracht; kantoorbediende; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer assistent; helper; hulp; kantoorbediende; pennenlikker; secondant
commis kantoorbediende; klerk assistent; benoemde; helper; hulp; secondant
employé arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer ambtenaar; arbeider; arbeidskracht; beambte; employé; geëmployeerde; pennenlikker; werker; werkkracht; werkman; werknemer
employé de bureau kantoorbediende; klerk kantoorbediende; kantoorpersoneel
membre du personnel arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer assistent; helper; hulp; secondant
salarié arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer arbeider; arbeidskracht; employé; loonarbeider; loontrekker; werker; werkkracht; werkman; werknemer; werknemer in loondienst
secrétaire kantoorbediende; klerk secretaresse; secretaris
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
salarié bezoldigd; loontrekkend

Verwante woorden van "klerk":


Wiktionary: klerk


Cross Translation:
FromToVia
klerk greffier clerk — one working with records etc.