Nederlands
Uitgebreide vertaling voor klemrijden (Nederlands) in het Frans
klemrijden:
-
klemrijden (vastrijden)
Conjugations for klemrijden:
o.t.t.
- rijd klem
- rijdt klem
- rijdt klem
- rijden klem
- rijden klem
- rijden klem
o.v.t.
- reed klem
- reed klem
- reed klem
- reden klem
- reden klem
- reden klem
v.t.t.
- heb klem gereden
- hebt klem gereden
- heeft klem gereden
- hebben klem gereden
- hebben klem gereden
- hebben klem gereden
v.v.t.
- had klem gereden
- had klem gereden
- had klem gereden
- hadden klem gereden
- hadden klem gereden
- hadden klem gereden
o.t.t.t.
- zal klemrijden
- zult klemrijden
- zal klemrijden
- zullen klemrijden
- zullen klemrijden
- zullen klemrijden
o.v.t.t.
- zou klemrijden
- zou klemrijden
- zou klemrijden
- zouden klemrijden
- zouden klemrijden
- zouden klemrijden
en verder
- ben klem gereden
- bent klem gereden
- is klem gereden
- zijn klem gereden
- zijn klem gereden
- zijn klem gereden
diversen
- rijd klem!
- rijdt klem!
- klem gereden
- klemrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor klemrijden:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bloquer | klemrijden; vastrijden | afbreken; barricaderen; belemmeren; beletten; blokkeren; doen ophouden; halt houden; obstructie plegen; onderbreken; ophouden; platleggen; remmen; stopzetten; stremmen; tegenhouden; tot staan brengen; verhinderen; versperren |