Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Vertaal kleinheid

Vertaal kleinheid van Nederlands naar Frans

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

kleinheid:
- étroitesse; petitesse
klein:
- petit; à un degré limité; peu élevé
Wiktionary:
- kleinheid → modestie
- klein → petit, bref
- klein → minuscule, petit, cadet, bref, jeune

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kleinheid (Nederlands) in het Frans

kleinheid:

kleinheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de kleinheid
l'étroitesse; la petitesse
- étroitesse [la ~] zelfstandig naamwoord
- petitesse [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kleinheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
petitesse	kleinheid	bekrompenheid; benepenheid; beperktheid; burgerlijkheid; eenzijdigheid; geborneerdheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid
étroitesse	kleinheid	engdenkendheid; engheid; engte; nauwheid; smalheid; smalte

Verwante woorden van "kleinheid":

klein

Wiktionary: kleinheid

kleinheid

noun

retenue dans la manière de penser et de parler de soi.
- modestie → bescheidenheid; discretie; zedigheid; kleinheid; deemoed; nederigheid; ootmoed

kleinheid vorm van klein:

klein bijvoeglijk naamwoord

klein (van geringe afmeting; ondermaats)
petit
- petit bijvoeglijk naamwoord
klein (in geringe mate)
à un degré limité; peu élevé
- à un degré limité bijvoeglijk naamwoord
- peu élevé bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor klein:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
petit		baby; dreumes; hondje; hummel; jong; jonge kat; katje; kind; kind dat aan de borst is; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter; peuter; poesje; uk; welp; wichtje; worm; wurm; zuigeling
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
petit	klein; ondermaats; van geringe afmeting	bekrompen; benepen; eng; kleingeestig; kleinzielig; nauw; petieterig; smal; smalletjes; van geringe breedte
peu élevé	in geringe mate; klein	gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel
à un degré limité	in geringe mate; klein

Verwante woorden van "klein":

kleinheid, kleiner, kleinere, kleinst, kleinste, kleine

Antoniemen van "klein":

groot

Verwante definities voor "klein":

jong¹
- je bent nog te klein om zo lang op te blijven¹
wie of wat weinig ruimte inneemt¹
- ze is klein voor haar leeftijd¹

Wiktionary: klein

klein

adjective

van geringe grootte
- klein → petit

klein

adjective

Petit de taille
- bref → klein
De taille réduite.
- petit → klein; nietig; minuscuul
Jeune.
- petit → klein; jong

Cross Translation:

From	To	Via
• klein	→ minuscule	↔ diminutive — very small
• klein	→ petit	↔ little — small in size
• klein	→ cadet	↔ little — (of a sibling) younger
• klein	→ minuscule	↔ lower case — lower case letters, collectively
• klein	→ petit; bref	↔ short — of a person, of comparatively little height
• klein	→ petit; minuscule	↔ small — not large
• klein	→ petit; jeune	↔ small — young
• klein	→ minuscule	↔ tiny — very small
• klein	→ petit	↔ wee — small, little
• klein	→ petit	↔ klein — von geringem Ausmaß

¹Muiswerk Woordenboek