Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. klanken:
  2. klank:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klanken (Nederlands) in het Frans

klanken:

klanken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de klanken (geluiden)
    le bruits; le sons
    • bruits [le ~] zelfstandig naamwoord
    • sons [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor klanken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bruits geluiden; klanken
sons geluiden; klanken

Verwante woorden van "klanken":


klanken vorm van klank:

klank [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de klank (klankgeluid; toon)
    le ton; la sonorité; le son; la voix; le timbre; la musique; la teinte; la note; l'accent
    • ton [le ~] zelfstandig naamwoord
    • sonorité [la ~] zelfstandig naamwoord
    • son [le ~] zelfstandig naamwoord
    • voix [la ~] zelfstandig naamwoord
    • timbre [le ~] zelfstandig naamwoord
    • musique [la ~] zelfstandig naamwoord
    • teinte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • note [la ~] zelfstandig naamwoord
    • accent [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor klank:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accent klank; klankgeluid; toon accent; accentteken; benadrukking; compositie; dialect; hoofdtoon; intonatie; klankkleur; klanktint; klemtoon; klemtoonteken; kleur; kleurtje; modulatie; nadruk; stembuiging; stemgeluid; taaltje; timbre; tint; tongval; toon; toonval; toonzetting
musique klank; klankgeluid; toon intonatie; klankkleur; klanktint; muziek; timbre; toonkunst
note klank; klankgeluid; toon aantekening; annotatie; beoordelingscijfer; briefje; cijfer; factuur; intonatie; kattebelletje; kladbriefje; kladje; klankkleur; klanktint; krabbel; krabbelbriefje; memorandum; noot; nota; notitie; opschrijving; proces verbaal; punt; rapport; rapportcijfer; rekening; schoolcijfer; schrijfsel; timbre; verklaring; voetnoot; zakelijke notitie
son klank; klankgeluid; toon achterklap; geroddel; intonatie; klankkleur; klanktint; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; roddel; roddelpraat; tarwezemelen; timbre; zwartmaken
sonorité klank; klankgeluid; toon intonatie; klankkleur; klanktint; sonoriteit; timbre
teinte klank; klankgeluid; toon intonatie; klankkleur; klanktint; kleur; kleurnuance; kleurschakering; kleurtje; nuance; timbre; tint; toon
timbre klank; klankgeluid; toon einder; gezichtseinder; horizon; inktstempel; intonatie; kim; klankkleur; klanktint; plakzegel; spaarzegel; stemgeluid; stempel; timbre; toonkleur; zegel
ton klank; klankgeluid; toon compositie; intonatie; klankkleur; klanktint; kleurnuance; kleurschakering; modulatie; muzieknoot; nuance; stembuiging; timbre; tint; tonaliteit; toon; toonaard; toonhoogte; toonsoort; toonval; toonzetting
voix klank; klankgeluid; toon achterklap; een stem uitbrengen; geroddel; intonatie; keuze; kiezen; klankkleur; klanktint; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; roddel; roddelpraat; stem; stemmen; timbre; waarvoor gestemd wordt; zwartmaken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
son diens; haar; zijn
ton je; jouw

Verwante woorden van "klank":


Verwante definities voor "klank":

  1. manier waarop men een geluid hoort1
    • haar stem had een scherpe klank1

Wiktionary: klank

klank
noun
  1. in het algemeen wordt hiermee het totaal aan eigenschappen van een geluid aangeduid
klank
noun
  1. Quelque chose que l’on peut écouter, entendre.

Cross Translation:
FromToVia
klank son sound — sensation perceived by the ear