Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kladders (Nederlands) in het Frans

kladders:

kladders [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. kladders (broddelaars; knoeiers; klieders)
    le tricheurs; le boussilleurs; le barbouilleurs; le saboteurs; le gacheurs
  2. kladders (vloeiblokken)
    le buvards; le tampons buvards

Vertaal Matrix voor kladders:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barbouilleurs broddelaars; kladders; klieders; knoeiers knoeiers; knoeipotten; morsers
boussilleurs broddelaars; kladders; klieders; knoeiers knoeiers; knoeipotten; morsers
buvards kladders; vloeiblokken
gacheurs broddelaars; kladders; klieders; knoeiers knoeiers; knoeipotten; morsers
saboteurs broddelaars; kladders; klieders; knoeiers knoeiers; knoeipotten; morsers
tampons buvards kladders; vloeiblokken
tricheurs broddelaars; kladders; klieders; knoeiers knoeiers; knoeipotten; morsers; sjoemelaars

Verwante woorden van "kladders":


kladders vorm van kladder:

kladder [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. kladder (kladderaar; broddelaar; knoeier; klieder)
    le barbouilleur; le rapin; le gâcheur de métier; la gâcheuse de métier

Vertaal Matrix voor kladder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barbouilleur broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier loonbederver; loondrukker; onderkruiper; werkwillige
gâcheur de métier broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier
gâcheuse de métier broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier
rapin broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier

Verwante woorden van "kladder":