Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klaarstaan (Nederlands) in het Frans

klaarstaan:

klaarstaan werkwoord (sta klaar, staat klaar, stond klaar, stonden klaar, klaargestaan)

  1. klaarstaan (bereid zijn)

Conjugations for klaarstaan:

o.t.t.
  1. sta klaar
  2. staat klaar
  3. staat klaar
  4. staan klaar
  5. staan klaar
  6. staan klaar
o.v.t.
  1. stond klaar
  2. stond klaar
  3. stond klaar
  4. stonden klaar
  5. stonden klaar
  6. stonden klaar
v.t.t.
  1. heb klaargestaan
  2. hebt klaargestaan
  3. heeft klaargestaan
  4. hebben klaargestaan
  5. hebben klaargestaan
  6. hebben klaargestaan
v.v.t.
  1. had klaargestaan
  2. had klaargestaan
  3. had klaargestaan
  4. hadden klaargestaan
  5. hadden klaargestaan
  6. hadden klaargestaan
o.t.t.t.
  1. zal klaarstaan
  2. zult klaarstaan
  3. zal klaarstaan
  4. zullen klaarstaan
  5. zullen klaarstaan
  6. zullen klaarstaan
o.v.t.t.
  1. zou klaarstaan
  2. zou klaarstaan
  3. zou klaarstaan
  4. zouden klaarstaan
  5. zouden klaarstaan
  6. zouden klaarstaan
en verder
  1. is klaargestaan
diversen
  1. sta klaar!
  2. stat klaar!
  3. klaargestaan
  4. klaarstaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

klaarstaan [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. klaarstaan
    le fait d'être prêt

Vertaal Matrix voor klaarstaan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fait d'être prêt klaarstaan
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
être disposé à bereid zijn; klaarstaan
être prêt bereid zijn; klaarstaan klaarliggen; klaarzijn; voltooid zijn
être prêt à bereid zijn; klaarstaan