Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kijkers (Nederlands) in het Frans

kijker:

kijker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kijker (televisiekijker)
    le téléspectateur
  2. de kijker (verrekijker)
    la jumelles; la longue-vue; la lorgnette; le téléscope; la lunette d'approche

Vertaal Matrix voor kijker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jumelles kijker; verrekijker toneelkijker; tweeling; tweelingen
longue-vue kijker; verrekijker
lorgnette kijker; verrekijker toneelkijker
lunette d'approche kijker; verrekijker
téléscope kijker; verrekijker
téléspectateur kijker; televisiekijker

Verwante woorden van "kijker":

  • kijkers, kijkertje, kijkertjes

Wiktionary: kijker

kijker
noun
  1. Appareil d'optique
  2. Instrument optique de verre
  3. celui qui regarde
  4. Organe permettant de voir

Cross Translation:
FromToVia
kijker œil eye — organ
kijker lunette; télescope telescope — optical instrument possessing magnification
kijker spectateur viewer — Someone that views some spectacle; an onlooker or spectator
kijker téléspectateur viewer — Someone who watches television