Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
caractère
|
eigenschap; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; typering
|
aandrift; aard; daadkracht; eigenschap; energie; esprit; fut; geaardheid; gemoed; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; inslag; karakter; karaktereigenschap; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kracht; kwalititeit; letter; lettersoort; letterteken; lettertype; mentaliteit; momentum; natuur; neiging; persoonlijkheid; puf; stemming; teken; werklust; ziel
|
caractérisation
|
classificatie; eigenschap; karakterbeschrijving; karakterisering; karakteristiek; karakterschets; karakterschildering; karaktertekening; kenmerk; kenschets; typering
|
karakteromschrijving; typeaanduiding
|
caractéristique
|
eigenschap; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; typering
|
eigenschap; karaktereigenschap; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit; stigma
|
classement
|
classificatie; karakterisering; typering
|
arrangement; classificatie; competitiestand; hiërarchie; indeling; klassement; klassering; opbouw; opstelling; ordenen; ordening; organisatie; rang; ranglijst; rangorde; rangschikking; samenstelling; schikken; schikking; sortering; structuur; systeem; volgorde
|
classification
|
classificatie; karakterisering; typering
|
classificatie; klassement; klassenindeling; klassenverdeling; klassering; rangschikken; rangschikking
|
description
|
karakterisering; kenschets; typering
|
beschrijving; descriptie; equivalent; index; koersindex; levendige beschrijving; nadere beschrijving; omschrijving; schildering; signalement; uitbeelding
|
esquisse psychologique d'un individu
|
karakterbeschrijving; karakterisering; karakterschets; karakterschildering; karaktertekening
|
|
indice
|
eigenschap; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; typering
|
aanwijzing; eigenschap; gebaar; geste; index; indexcijfer; indexgetal; karakteristiek; karaktertrek; kencijfer; kengetal; kenmerk; koersindex; richtgetal; sein; signaal; spoor; stigma; teken; toespeling; verwijzing; wenk
|
marque
|
eigenschap; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; typering
|
beeldmerk; bewijs; blijk; brandteken; decoratie; eigenschap; ereteken; etiket; gebaar; geste; handelsmerk; handelsnaam; herkenningsteken; iemand kenmerken; inktstempel; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kenteken; label; logo; merk; merknaam; merkteken; nummerplaat; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde; signaal; stempel; stigma; striem; teken; warenmerk; zegel
|
particularité
|
eigenschap; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; typering
|
bijzondere geaardheid; bijzonderheid; buitenissigheid; detail; eigenaardigheid; eigenschap; excentriciteit; hebbelijkheid; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; merkwaardigheid; rarigheid; stigma; vreemdheid; vreemdsoortigheid
|
peinture
|
karakterisering; kenschets; typering
|
afbeelden; afschilderen; doek; levendige beschrijving; schilderen; schilderij; schildering; schilderkunst; schilderstuk; schilderwerk; tableau; verf; ververij
|
portrait
|
karakterbeschrijving; karakterisering; karakterschets; karakterschildering; karaktertekening
|
afbeelden; afbeelding; beeld; eigenschap; karakteristiek; karakteromschrijving; karaktertrek; kenmerk; portret; prent; scene; staand; staande richting; stigma; tafereel; uitschilderen
|
profil
|
karakterbeschrijving; karakterisering; karakterschets; karakterschildering; karaktertekening
|
Windows Live Profile; contour; eigenschap; karakteristiek; karakteromschrijving; karaktertrek; kenmerk; omlijning; omtrek; profiel; profielschets; stigma; werklastbeschrijving
|
propriété
|
eigenschap; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; typering
|
bezit; bezitting; bezittingen; boedel; buitengoed; domein; eigendom; eigenschap; geschiktheid; goederen; grondbezit; grondeigendom; have; huisraad; inboedel; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; landbezit; landeigendom; landgoed; stigma
|
qualité
|
eigenschap; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; typering
|
bekwaamheid; capaciteit; eigenschap; gehalte; gesteldheid; hoedanigheid; karaktereigenschap; karakteristiek; karaktertrek; karaktertrekje; kenmerk; kwaliteit; kwalititeit; stigma; ter zake kundigheid; trekje; waardigheid
|
singularité
|
eigenschap; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; typering
|
aanwensel; bijzondere geaardheid; bijzonderheid; buitenissigheid; detail; eigenaardigheid; eigenschap; excentriciteit; hebbelijkheid; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; merkwaardigheid; rarigheid; stigma; tic; vreemdheid; vreemdsoortigheid
|
trait
|
eigenschap; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; typering
|
dronk; eigenschap; gelaatstrek; gezichtsrimpel; haal; haal met de pen; haaltje; karaktereigenschap; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kras; kwalititeit; kwaststreek; lijn; lijntje; linie; pennekras; pennenstreek; rimpel; ruk; schimpscheut; schreef; slok; stigma; streep; streepje; teug; trek; trekje; trekje aan een sigaret; voorzet
|
trait distinctif
|
eigenschap; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; typering
|
eigenschap; karaktereigenschap; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kenteken; kwalititeit; nummerplaat; stigma
|
typologie
|
classificatie; karakterisering; typering
|
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
indice
|
|
subscript
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
caractéristique
|
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; definiërend; eigenaardig; excentriek; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; karakteriserend; karakteristiek; kenmerkend; kenschetsend; merkwaardig; omschrijvend; ongewoon; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; tekenend; treffend; typerend; typisch; vreemd; zonderling
|