Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kanaliseren (Nederlands) in het Frans
kanaliseren:
-
kanaliseren
canaliser-
canaliser werkwoord (canalise, canalises, canalisons, canalisez, canalisent, canalisais, canalisait, canalisions, canalisiez, canalisaient, canalisai, canalisas, canalisa, canalisâmes, canalisâtes, canalisèrent, canaliserai, canaliseras, canalisera, canaliserons, canaliserez, canaliseront)
-
Conjugations for kanaliseren:
o.t.t.
- kanaliseer
- kanaliseert
- kanaliseert
- kanaliseren
- kanaliseren
- kanaliseren
o.v.t.
- kanaliseerde
- kanaliseerde
- kanaliseerde
- kanaliseerden
- kanaliseerden
- kanaliseerden
v.t.t.
- ben gekanaliseerd
- bent gekanaliseerd
- is gekanaliseerd
- zijn gekanaliseerd
- zijn gekanaliseerd
- zijn gekanaliseerd
v.v.t.
- was gekanaliseerd
- was gekanaliseerd
- was gekanaliseerd
- waren gekanaliseerd
- waren gekanaliseerd
- waren gekanaliseerd
o.t.t.t.
- zal kanaliseren
- zult kanaliseren
- zal kanaliseren
- zullen kanaliseren
- zullen kanaliseren
- zullen kanaliseren
o.v.t.t.
- zou kanaliseren
- zou kanaliseren
- zou kanaliseren
- zouden kanaliseren
- zouden kanaliseren
- zouden kanaliseren
diversen
- kanaliseer!
- kanaliseert!
- gekanaliseerd
- kanaliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kanaliseren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
canaliser | kanaliseren |
Wiktionary: kanaliseren
kanaliseren
Cross Translation:
verb
-
rechttrekken tot een kanaal
- kanaliseren → canaliser
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kanaliseren | → canaliser | ↔ funnel — To proceed through a narrow gap or passageway akin to a funnel |