Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kamer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kamer (Nederlands) in het Frans

kamer:

kamer [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kamer (ruimte in een gebouw; vertrekken; vertrek)
    la chambre; la pièce
    • chambre [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pièce [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de kamer (Kamer der Staten-Generaal; kabinet)
    la Chambre des Etats-Généraux; le cabinet

Vertaal Matrix voor kamer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Chambre des Etats-Généraux Kamer der Staten-Generaal; kabinet; kamer
cabinet Kamer der Staten-Generaal; kabinet; kamer cabine; gezag; gouvernement; kabinet; kabinetkast; kamertje; kunstzaal; museumzaal; regering
chambre kamer; ruimte in een gebouw; vertrek; vertrekken grote kamer; zaal
pièce kamer; ruimte in een gebouw; vertrek; vertrekken aparte wooneenheid binnen een eengezinshuis; bon; coupon; grote kamer; lapje; speelstuk; zaal
- vertrek

Verwante woorden van "kamer":


Synoniemen voor "kamer":


Verwante definities voor "kamer":

  1. ruimte in gebouw, met vier muren, vloer en plafond1
    • het huis heeft drie kamers1

Wiktionary: kamer

kamer
noun
  1. deel van een huis
kamer
Cross Translation:
FromToVia
kamer salle; chambre chamber — enclosed space
kamer chambre chamber — part of a firearm holding the round before firing
kamer chambre chamber — legislative body
kamer chambre house — debating chamber for government politicians
kamer espace; place room — space
kamer pièce; salle; chambre room — division in a building

Verwante vertalingen van kamer