Nederlands

Uitgebreide vertaling voor junk (Nederlands) in het Frans

junk:

junk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de junk (prullaria; rommel)
    le brimborions; la camelote; la pacotille
  2. de junk (drugsverslaafde; gebruiker)
    le junkie; le toxicomane; le consommateur de drogues; le drogué; le camé

Vertaal Matrix voor junk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brimborions junk; prullaria; rommel
camelote junk; prullaria; rommel artikel; ding; geboefte; gebroed; gespuis; geteisem; goed; item; object; schorriemorrie; tuig; uitschot; uitvaagsel; voorwerp; zaak
camé drugsverslaafde; gebruiker; junk druggebruiker; drugsverslaafde die spuit; spuiter
consommateur de drogues drugsverslaafde; gebruiker; junk
drogué drugsverslaafde; gebruiker; junk cocaïneverslaafde; consument van drugs; druggebruiker; drugverslaafde; gebruiker; verslaafde
junkie drugsverslaafde; gebruiker; junk
pacotille junk; prullaria; rommel kopernikkel
toxicomane drugsverslaafde; gebruiker; junk druggebruiker; drugverslaafde; verslaafde
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drogué verslaafd

Verwante woorden van "junk":