Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
nerveux
|
|
neuroot; zenuwlijder; zenuwpees
|
énervé
|
|
neuroot; zenuwlijder; zenuwpees
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
agité
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
bewogen; geagiteerd; hard; hardop; hectisch; levendig; luid; luidkeels; ongedurig; onrustig; roerig; turbulent; uit volle borst; veelbewogen; verhit; woelig
|
avec précipitation
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
inderhaast
|
hâtif
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
gauw; haastig; ijlings; in allerijl; inderhaast
|
hâtivement
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
gauw; haastig; ijlings; in allerijl; inderhaast
|
nerveusement
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
nerveux
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
nerveus; ongedurig; onrustig; roerig; schichtig; schrikachtig; vreesachtig; woelig; zenuwachtig
|
pressé
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
dringend; gauw; haastend; haastig; ijlings; inderhaast; klemmend; met spoed; spoedeisend; uitgedrukt; uitgeknepen; urgent
|
précipitamment
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
abrupt; eensklaps; gauw; haastig; halsoverkop; ijlings; inderhaast; ineens; onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; opeens; overhaast; overijld; plots; plotseling; plotsklaps; rap; snel; vlot; vlug; voorbarig
|
précipité
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
bespoedigd; inderhaast; onberaden; onbesuisd; onbezonnen; ondoordacht; onnadenkend; overhaast; overijld; versneld; voorbarig
|
à la hâte
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
haastig; in allerijl; inderhaast; kortstondig; terloops; vliegensvlug; vluchtelings; vluchtig
|
énervé
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
aangebrand; geprikkeld; gespannen; gestressd; geërgerd; geïrriteerd; opgefokt; opgehitst; opgejaagd; pissig; prikkelbaar
|