Nederlands
Uitgebreide vertaling voor invoegen (Nederlands) in het Frans
invoegen:
-
invoegen (inbrengen)
insérer; introduire; ajouter; intercaler; faire entrer-
insérer werkwoord (insère, insères, insérons, insérez, insèrent, insérais, insérait, insérions, insériez, inséraient, insérai, inséras, inséra, insérâmes, insérâtes, insérèrent, insérerai, inséreras, insérera, insérerons, insérerez, inséreront)
-
introduire werkwoord (introduis, introduit, introduisons, introduisez, introduisent, introduisais, introduisait, introduisions, introduisiez, introduisaient, introduisis, introduisit, introduisîmes, introduisîtes, introduisirent, introduirai, introduiras, introduira, introduirons, introduirez, introduiront)
-
ajouter werkwoord (ajoute, ajoutes, ajoutons, ajoutez, ajoutent, ajoutais, ajoutait, ajoutions, ajoutiez, ajoutaient, ajoutai, ajoutas, ajouta, ajoutâmes, ajoutâtes, ajoutèrent, ajouterai, ajouteras, ajoutera, ajouterons, ajouterez, ajouteront)
-
intercaler werkwoord (intercale, intercales, intercalons, intercalez, intercalent, intercalais, intercalait, intercalions, intercaliez, intercalaient, intercalai, intercalas, intercala, intercalâmes, intercalâtes, intercalèrent, intercalerai, intercaleras, intercalera, intercalerons, intercalerez, intercaleront)
-
faire entrer werkwoord
-
-
invoegen (inbrengen)
insérer; ajouter; intercaler; incorporer; enclaver; enchâsser; emboîter; encastrer-
insérer werkwoord (insère, insères, insérons, insérez, insèrent, insérais, insérait, insérions, insériez, inséraient, insérai, inséras, inséra, insérâmes, insérâtes, insérèrent, insérerai, inséreras, insérera, insérerons, insérerez, inséreront)
-
ajouter werkwoord (ajoute, ajoutes, ajoutons, ajoutez, ajoutent, ajoutais, ajoutait, ajoutions, ajoutiez, ajoutaient, ajoutai, ajoutas, ajouta, ajoutâmes, ajoutâtes, ajoutèrent, ajouterai, ajouteras, ajoutera, ajouterons, ajouterez, ajouteront)
-
intercaler werkwoord (intercale, intercales, intercalons, intercalez, intercalent, intercalais, intercalait, intercalions, intercaliez, intercalaient, intercalai, intercalas, intercala, intercalâmes, intercalâtes, intercalèrent, intercalerai, intercaleras, intercalera, intercalerons, intercalerez, intercaleront)
-
incorporer werkwoord (incorpore, incorpores, incorporons, incorporez, incorporent, incorporais, incorporait, incorporions, incorporiez, incorporaient, incorporai, incorporas, incorpora, incorporâmes, incorporâtes, incorporèrent, incorporerai, incorporeras, incorporera, incorporerons, incorporerez, incorporeront)
-
enclaver werkwoord
-
enchâsser werkwoord (enchâsse, enchâsses, enchâssons, enchâssez, enchâssent, enchâssais, enchâssait, enchâssions, enchâssiez, enchâssaient, enchâssai, enchâssas, enchâssa, enchâssâmes, enchâssâtes, enchâssèrent, enchâsserai, enchâsseras, enchâssera, enchâsserons, enchâsserez, enchâsseront)
-
emboîter werkwoord (emboîte, emboîtes, emboîtons, emboîtez, emboîtent, emboîtais, emboîtait, emboîtions, emboîtiez, emboîtaient, emboîtai, emboîtas, emboîta, emboîtâmes, emboîtâtes, emboîtèrent, emboîterai, emboîteras, emboîtera, emboîterons, emboîterez, emboîteront)
-
encastrer werkwoord (encastre, encastres, encastrons, encastrez, encastrent, encastrais, encastrait, encastrions, encastriez, encastraient, encastrai, encastras, encastra, encastrâmes, encastrâtes, encastrèrent, encastrerai, encastreras, encastrera, encastrerons, encastrerez, encastreront)
-
-
invoegen (tussenleggen; inleggen)
insérer; intercaler; mettre dans-
insérer werkwoord (insère, insères, insérons, insérez, insèrent, insérais, insérait, insérions, insériez, inséraient, insérai, inséras, inséra, insérâmes, insérâtes, insérèrent, insérerai, inséreras, insérera, insérerons, insérerez, inséreront)
-
intercaler werkwoord (intercale, intercales, intercalons, intercalez, intercalent, intercalais, intercalait, intercalions, intercaliez, intercalaient, intercalai, intercalas, intercala, intercalâmes, intercalâtes, intercalèrent, intercalerai, intercaleras, intercalera, intercalerons, intercalerez, intercaleront)
-
mettre dans werkwoord
-
-
invoegen (overgaan op nieuwe rijbaan)
se rabattre-
se rabattre werkwoord
-
-
invoegen
Conjugations for invoegen:
o.t.t.
- voeg in
- voegt in
- voegt in
- voegen in
- voegen in
- voegen in
o.v.t.
- voegde in
- voegde in
- voegde in
- voegden in
- voegden in
- voegden in
v.t.t.
- heb ingevoegd
- hebt ingevoegd
- heeft ingevoegd
- hebben ingevoegd
- hebben ingevoegd
- hebben ingevoegd
v.v.t.
- had ingevoegd
- had ingevoegd
- had ingevoegd
- hadden ingevoegd
- hadden ingevoegd
- hadden ingevoegd
o.t.t.t.
- zal invoegen
- zult invoegen
- zal invoegen
- zullen invoegen
- zullen invoegen
- zullen invoegen
o.v.t.t.
- zou invoegen
- zou invoegen
- zou invoegen
- zouden invoegen
- zouden invoegen
- zouden invoegen
en verder
- ben ingevoegd
- bent ingevoegd
- is ingevoegd
- zijn ingevoegd
- zijn ingevoegd
- zijn ingevoegd
diversen
- voeg in!
- voegt in!
- ingevoegd
- invoegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze