Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. interviewen:
  2. interview:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor interviewen (Nederlands) in het Frans

interviewen:

interviewen werkwoord (interview, interviewt, interviewde, interviewden, geïnterviewd)

  1. interviewen (een interview houden)
    accorder une interview; interviewer; donner une interview
    • interviewer werkwoord (interviewe, interviewes, interviewons, interviewez, )

Conjugations for interviewen:

o.t.t.
  1. interview
  2. interviewt
  3. interviewt
  4. interviewen
  5. interviewen
  6. interviewen
o.v.t.
  1. interviewde
  2. interviewde
  3. interviewde
  4. interviewden
  5. interviewden
  6. interviewden
v.t.t.
  1. heb geïnterviewd
  2. hebt geïnterviewd
  3. heeft geïnterviewd
  4. hebben geïnterviewd
  5. hebben geïnterviewd
  6. hebben geïnterviewd
v.v.t.
  1. had geïnterviewd
  2. had geïnterviewd
  3. had geïnterviewd
  4. hadden geïnterviewd
  5. hadden geïnterviewd
  6. hadden geïnterviewd
o.t.t.t.
  1. zal interviewen
  2. zult interviewen
  3. zal interviewen
  4. zullen interviewen
  5. zullen interviewen
  6. zullen interviewen
o.v.t.t.
  1. zou interviewen
  2. zou interviewen
  3. zou interviewen
  4. zouden interviewen
  5. zouden interviewen
  6. zouden interviewen
en verder
  1. ben geïnterviewd
  2. bent geïnterviewd
  3. is geïnterviewd
  4. zijn geïnterviewd
  5. zijn geïnterviewd
  6. zijn geïnterviewd
diversen
  1. interview!
  2. interviewt!
  3. geïnterviewd
  4. interviewend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor interviewen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
interviewer interviewer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accorder une interview een interview houden; interviewen
donner une interview een interview houden; interviewen
interviewer een interview houden; interviewen

Verwante woorden van "interviewen":


Wiktionary: interviewen

interviewen
verb
  1. een vraaggesprek met iemand houden

Cross Translation:
FromToVia
interviewen → [[avoir une entrevue]]; interroger interview — to obtain an interview

interview:

interview [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het interview (vraaggesprek)
    l'interview; l'entretien; la conversation

Vertaal Matrix voor interview:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conversation interview; vraaggesprek babbeltje; besprekingen; causerie; chat; chatgesprek; conversatie; dialoog; discussie; gebabbel; gesprek; mondeling onderhoud; praatje; samenspraak; samenspraken; tweegesprek; tweespraak; vergaderingen
entretien interview; vraaggesprek babbeltje; causerie; conversatie; dialoog; discussie; gebabbel; gesprek; in goede staat houden; kost; mondeling onderhoud; onderhoud; onderhoudsgeld; praatje; samenspraak; tweegesprek; tweespraak; verzorging; voedsel
interview interview; vraaggesprek dialoog; gesprek; mondeling onderhoud; samenspraak; tweegesprek; tweespraak
- vraaggesprek

Verwante woorden van "interview":


Synoniemen voor "interview":


Verwante definities voor "interview":

  1. gesprek waarbij de één vragen stelt en de ander antwoordt1
    • het interview werd door de radio uitgezonden1

Wiktionary: interview

interview
noun
  1. een gesprek met iemand over diens opvattingen en ervaringen
interview
Cross Translation:
FromToVia
interview entretien; interview interview — conversation with journalist etc.
interview entrevue; interview Interview — Befragung mit dem Ziel, von dem/den Befragten Informationen oder Ansichten in Erfahrung zu bringen