Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- interpelleren:
-
Wiktionary:
- interpelleren → interpeller
- interpelleren → interpeller
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor interpelleren (Nederlands) in het Frans
interpelleren:
interpelleren werkwoord (interpelleer, interpelleert, interpelleerde, interpelleerden, geïnterpelleerd)
-
interpelleren
interpeller; interroger; questionner-
interpeller werkwoord (interpelle, interpelles, interpellons, interpellez, interpellent, interpellais, interpellait, interpellions, interpelliez, interpellaient, interpellai, interpellas, interpella, interpellâmes, interpellâtes, interpellèrent, interpellerai, interpelleras, interpellera, interpellerons, interpellerez, interpelleront)
-
interroger werkwoord (interroge, interroges, interrogeons, interrogez, interrogent, interrogeais, interrogeait, interrogions, interrogiez, interrogeaient, interrogeai, interrogeas, interrogea, interrogeâmes, interrogeâtes, interrogèrent, interrogerai, interrogeras, interrogera, interrogerons, interrogerez, interrogeront)
-
questionner werkwoord (questionne, questionnes, questionnons, questionnez, questionnent, questionnais, questionnait, questionnions, questionniez, questionnaient, questionnai, questionnas, questionna, questionnâmes, questionnâtes, questionnèrent, questionnerai, questionneras, questionnera, questionnerons, questionnerez, questionneront)
-
Conjugations for interpelleren:
o.t.t.
- interpelleer
- interpelleert
- interpelleert
- interpelleren
- interpelleren
- interpelleren
o.v.t.
- interpelleerde
- interpelleerde
- interpelleerde
- interpelleerden
- interpelleerden
- interpelleerden
v.t.t.
- heb geïnterpelleerd
- hebt geïnterpelleerd
- heeft geïnterpelleerd
- hebben geïnterpelleerd
- hebben geïnterpelleerd
- hebben geïnterpelleerd
v.v.t.
- had geïnterpelleerd
- had geïnterpelleerd
- had geïnterpelleerd
- hadden geïnterpelleerd
- hadden geïnterpelleerd
- hadden geïnterpelleerd
o.t.t.t.
- zal interpelleren
- zult interpelleren
- zal interpelleren
- zullen interpelleren
- zullen interpelleren
- zullen interpelleren
o.v.t.t.
- zou interpelleren
- zou interpelleren
- zou interpelleren
- zouden interpelleren
- zouden interpelleren
- zouden interpelleren
en verder
- ben geïnterpelleerd
- bent geïnterpelleerd
- is geïnterpelleerd
- zijn geïnterpelleerd
- zijn geïnterpelleerd
- zijn geïnterpelleerd
diversen
- interpelleer!
- interpelleert!
- geïnterpelleerd
- interpellerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor interpelleren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
interpeller | interpelleren | aanroepen; doorvragen; doorzagen; naroepen; ontbieden; oproepen; sommeren; toeroepen; uitvragen |
interroger | interpelleren | doorvragen; doorzagen; examineren; ondervragen; overhoren; testen; toetsen; uithoren; uitvorsen; uitvragen; verhoren |
questionner | interpelleren | doorvragen; doorzagen; ondervragen; overhoren; uithoren; uitvragen; verhoren |
Wiktionary: interpelleren
interpelleren
Cross Translation:
verb
interpelleren
-
(overgankelijk) om opheldering of inlichtingen vragen
- interpelleren → interpeller
verb
-
Interpeller
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• interpelleren | → interpeller | ↔ interpellieren — Politik: zu einer Erklärung auffordern; eine Interpellation einbringen |