Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fort
|
|
burcht; citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fort
|
intens; intensief
|
behoorlijk; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; corpulent; danig; degelijk; dik; duchtig; energiek; erg; excessief; extreem; fantastisch; fel; ferm; fiks; flink; formidabel; fors; forse; geanimeerd; gekruid; gepeperd; geweldig; gezet; grievend; hard; hardop; hartig; heel erg; heftig; hevig; hogelijk; hoogst; intens; krachtig; krenkend; kruidig; kwetsend; lawaaierig; levendig; lijvig; luid; luid klinkend; luidruchtig; pittig; potig; prachtig; robuust; rumoerig; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stoer; ten zeerste; uitermate; uiterst; vet; vettig; vief; vol energie; vol fut; zeer; zwaarlijvig
|
fortement
|
intens; intensief
|
behoorlijk; danig; duchtig; erg; fel; flink; heftig; hevig; hoogst; intens; krachtig; stoer; ten zeerste; uitermate
|
intense
|
intens; intensief
|
angstvallig; brandend; erg; fel; fonkelend; gloeiend; hanig; heftig; hevig; intens; krachtig; nauwlettend; onbeheerst; onstuimig; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend; vurig; warm; zorgvuldig
|
intensif
|
intens; intensief
|
angstvallig; nauwlettend; zorgvuldig
|
intensivement
|
intens; intensief
|
angstvallig; nauwlettend; zorgvuldig
|
intensément
|
intens; intensief
|
erg; fel; heftig; hevig; intens; krachtig
|
vif
|
intens; intensief
|
actief; ad rem; adrem; alert; beweeglijk; bezet; bijdehand; bitter; bitter van smaak; blij; blijmoedig; dapper; dartel; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; erg; fel; ferm; flink; flitsend; geagiteerd; gevat; hanig; heftig; hel; hevig; hip; intens; kien; kittig; krachtig; levendig; levenskrachtig; levenslustig; modieus; moedig; monter; moreel sterk; onbeheerst; ongeblust; onstuimig; opgetogen; opgewekt; oplettend; pienter; pinnig; raak; rap; scherp; scherpzinnig; slagvaardig; slim; snedig; snel; snibbig; spits; spitsvondig; tierig; trendy; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; verhit; verwoed; vinnig; vitaal; vlijmend; vlot; vlug; vrolijk; wakker
|
vigoureusement
|
intens; intensief
|
fors; stevig
|
vigoureux
|
intens; intensief
|
dapper; doortastend; drastisch; ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; krachtdadig; krachtig; moedig; moreel sterk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; sterk; stevig; vasthoudend; volhardend
|
violemment
|
intens; intensief
|
agressief; fel; gewelddadig; hard; hardhandig; heftig; hevig; onbeheerst; onstuimig; onzacht; ruw; verwoed
|
violent
|
intens; intensief
|
aanrandend; agressief; bitter; bitter van smaak; fel; gewelddadig; geweldig; hanig; hard; hardhandig; heftig; hevig; hoog; kokend; onzacht; pinnig; ruw; schel; scherp; schril; snerpend; snibbig; verwoed; vinnig; vlijmend; ziedend
|
vivement
|
intens; intensief
|
actief; ad rem; beweeglijk; blij; blijmoedig; dartel; dynamisch; energiek; erg; fel; heftig; hevig; intens; krachtig; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; slagvaardig; tierig; vrolijk; wakker
|
énergique
|
intens; intensief
|
actief; beweeglijk; daadkrachtig; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; ferm; geanimeerd; krachtdadig; krachtig; levendig; sterk; vief; vol energie; vol fut; voortvarend
|
énergiquement
|
intens; intensief
|
actief; ad rem; beweeglijk; daadkrachtig; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; ferm; geagiteerd; krachtdadig; krachtig; levendig; slagvaardig; sterk; verhit; wakker
|