Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- instoppen:
-
Wiktionary:
- instoppen → fourrer, introduire
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor instoppen (Nederlands) in het Frans
instoppen:
-
instoppen (toedekken)
emmitouffler; border; fourrer-
emmitouffler werkwoord
-
border werkwoord (borde, bordes, bordons, bordez, bordent, bordais, bordait, bordions, bordiez, bordaient, bordai, bordas, borda, bordâmes, bordâtes, bordèrent, borderai, borderas, bordera, borderons, borderez, borderont)
-
fourrer werkwoord (fourre, fourres, fourrons, fourrez, fourrent, fourrais, fourrait, fourrions, fourriez, fourraient, fourrai, fourras, fourra, fourrâmes, fourrâtes, fourrèrent, fourrerai, fourreras, fourrera, fourrerons, fourrerez, fourreront)
-
-
instoppen (doen in; inbrengen; indoen)
mettre dans; entrer-
mettre dans werkwoord
-
entrer werkwoord (entre, entres, entrons, entrez, entrent, entrais, entrait, entrions, entriez, entraient, entrai, entras, entra, entrâmes, entrâtes, entrèrent, entrerai, entreras, entrera, entrerons, entrerez, entreront)
-
Conjugations for instoppen:
o.t.t.
- stop in
- stopt in
- stopt in
- stoppen in
- stoppen in
- stoppen in
o.v.t.
- stopte in
- stopte in
- stopte in
- stopten in
- stopten in
- stopten in
v.t.t.
- heb ingestopt
- hebt ingestopt
- heeft ingestopt
- hebben ingestopt
- hebben ingestopt
- hebben ingestopt
v.v.t.
- had ingestopt
- had ingestopt
- had ingestopt
- hadden ingestopt
- hadden ingestopt
- hadden ingestopt
o.t.t.t.
- zal instoppen
- zult instoppen
- zal instoppen
- zullen instoppen
- zullen instoppen
- zullen instoppen
o.v.t.t.
- zou instoppen
- zou instoppen
- zou instoppen
- zouden instoppen
- zouden instoppen
- zouden instoppen
en verder
- ben ingestopt
- bent ingestopt
- is ingestopt
- zijn ingestopt
- zijn ingestopt
- zijn ingestopt
diversen
- stop in!
- stopt in!
- ingestopt
- instoppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor instoppen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
border | instoppen; toedekken | afzetten; iemand instoppen; omboorden; omranden; omzomen; toedekken; zomen |
emmitouffler | instoppen; toedekken | |
entrer | doen in; inbrengen; indoen; instoppen | betreden; binnen gaan; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenstappen; binnentreden; ingaan; intikken; intoetsen; intypen; invoeren; penetreren |
fourrer | instoppen; toedekken | peuteren; pulken |
mettre dans | doen in; inbrengen; indoen; instoppen | erin doen; erin leggen; inleggen; invoegen; tussenleggen |