Nederlands

Uitgebreide vertaling voor instelling (Nederlands) in het Frans

instelling:

instelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de instelling (organisatie; instantie; lichaam)
    l'organisation; l'instance; l'institut; l'organisme; l'organe
  2. de instelling (het stichten; stichting; oprichting; vestiging)
    la fondation; l'institution; l'installation; l'édification; l'instauration
  3. de instelling (inregeling; afstelling)
    le réglage; la mise au point
  4. de instelling (mentaliteit; houding)
    la mentalité; l'attitude; la façon de penser
  5. de instelling (scherpstelling; afstelling)
    la mise au point; la focalisation
  6. de instelling (psychische toestand; stemming; gemoedsgesteldheid)
    le moral; la disposition mentale; l'humeur; l'état d'âme
  7. de instelling

Vertaal Matrix voor instelling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
attitude houding; instelling; mentaliteit bewering; gedrag; gedragswijze; handelwijze; houding; lichaamshouding; manier; optreden; pose; positie; stand; standje; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
disposition mentale gemoedsgesteldheid; instelling; psychische toestand; stemming
façon de penser houding; instelling; mentaliteit denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze
focalisation afstelling; instelling; scherpstelling
fondation het stichten; instelling; oprichting; stichting; vestiging bouwfundament; fonds; fundament; fundering; gewelf; grondlegging; grondslag; kelder; pensioenfonds; stichting
humeur gemoedsgesteldheid; instelling; psychische toestand; stemming bui; confessie; geestesgesteldheid; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; gezindheid; gezindte; gril; humeur; inborst; kuur; luim; nuk; psychische toestand; stemming; temperament
installation het stichten; instelling; oprichting; stichting; vestiging assemblage; assembleren; bevestiging; beëdiging; eerbetoon; faciliteit; het bevestigen; het plaatsen; het vastmaken; huldebetoon; huldiging; ingebruikname; inrichten; inrichting; installatie; montage; nederzetting; plaatsing; samenstelling; samenvoeging; vestiging; woningdecoratie; woninginrichting
instance instantie; instelling; lichaam; organisatie bureau; bureaumeubel; exemplaar; interpellatie; vraag
instauration het stichten; instelling; oprichting; stichting; vestiging grondlegging
institut instantie; instelling; lichaam; organisatie bureau; bureaumeubel; pensionaat
institution het stichten; instelling; oprichting; stichting; vestiging dienst; fonds; instituut; pensioenfonds
mentalité houding; instelling; mentaliteit denkbeeld; energie; geesteshouding; geestestoestand; geestkracht; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; wilskracht; zienswijze
mise au point afstelling; inregeling; instelling; scherpstelling aanpassing; afregelen; bijstelling; bijstellingen; ijken; instellen
moral gemoedsgesteldheid; instelling; psychische toestand; stemming bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; stemming
organe instantie; instelling; lichaam; organisatie bureau; bureaumeubel
organisation instantie; instelling; lichaam; organisatie bureau; bureaumeubel; factie; groepering; management; organisatie; organiseren; regelen; regelingscommissie
organisme instantie; instelling; lichaam; organisatie bureau; bureaumeubel; organisme
réglage afstelling; inregeling; instelling aanpassing; afregelen; afstellen; afstelling; afstemmen; afstemming; bijstelling; gelijkzetten; ijken; inregelen; instellen; optimalisatie; regelen; verstelling
édification het stichten; instelling; oprichting; stichting; vestiging bouw; constructie; opbouw; opbouwen; samengesteld geheel; samenstelling; structuur
état d'âme gemoedsgesteldheid; instelling; psychische toestand; stemming bui; confessie; geestesgesteldheid; geestestoestand; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; gezindheid; gezindte; humeur; inborst; psychische toestand; stemming; temperament
- geest
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
installation installatie
paramètre instelling parameter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
moral moraal

Synoniemen voor "instelling":


Verwante definities voor "instelling":

  1. manier van doen en denken1
    • ik vind zijn instelling tegenover de studie heel positief1
  2. een organisatie met een bepaalde taak1
    • een instelling voor maatschappelijk werk1
  3. het maken of tot stand brengen1
    • de instelling van een commissie riep vragen op1

Wiktionary: instelling

instelling
noun
  1. Action de fonder, de bâtir la base de quelque chose ; commencement de quelque chose de durable.

Cross Translation:
FromToVia
instelling institution institution — established organisation

Verwante vertalingen van instelling