Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. inmenging:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inmenging (Nederlands) in het Frans

inmenging:

inmenging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de inmenging (interventie; ingreep; tussenkomst)
    l'intervention
  2. de inmenging (bemoeienis; inlating)
    l'interférence; l'ingérence; l'intervention; l'interruption; l'inmixtion
  3. de inmenging
    l'ingérence

Vertaal Matrix voor inmenging:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ingérence bemoeienis; inlating; inmenging bemoeizucht
inmixtion bemoeienis; inlating; inmenging
interférence bemoeienis; inlating; inmenging breuk; interruptie; onderbreking; opstootje; ordeverstoring; rel; verbreking
interruption bemoeienis; inlating; inmenging IRQ; breuk; fractuur; interrupt; interruptaanvraag; interruptie; lunch; lunchpauze; lunchtijd; middagpauze; onderbreken; onderbreking; opstootje; ordeverstoring; rel; schafttijd; schaftuur; stoornis; storing; stremming; trap; vastlopen; verbreken; verbreking; verstoring
intervention bemoeienis; ingreep; inlating; inmenging; interventie; tussenkomst bemiddeling; breuk; interferentie; interruptie; onderbreking; verbreking

Wiktionary: inmenging

inmenging
noun
  1. action de s’ingérer.