Nederlands
Uitgebreide vertaling voor inhouwen (Nederlands) in het Frans
inhouwen:
-
inhouwen (inhakken)
entailler-
entailler werkwoord (entaille, entailles, entaillons, entaillez, entaillent, entaillais, entaillait, entaillions, entailliez, entaillaient, entaillai, entaillas, entailla, entaillâmes, entaillâtes, entaillèrent, entaillerai, entailleras, entaillera, entaillerons, entaillerez, entailleront)
-
Conjugations for inhouwen:
o.t.t.
- houw in
- houwt in
- houwt in
- houwen in
- houwen in
- houwen in
o.v.t.
- houwde in
- houwde in
- houwde in
- houwden in
- houwden in
- houwden in
v.t.t.
- heb ingehouwd
- hebt ingehouwd
- heeft ingehouwd
- hebben ingehouwd
- hebben ingehouwd
- hebben ingehouwd
v.v.t.
- had ingehouwd
- had ingehouwd
- had ingehouwd
- hadden ingehouwd
- hadden ingehouwd
- hadden ingehouwd
o.t.t.t.
- zal inhouwen
- zult inhouwen
- zal inhouwen
- zullen inhouwen
- zullen inhouwen
- zullen inhouwen
o.v.t.t.
- zou inhouwen
- zou inhouwen
- zou inhouwen
- zouden inhouwen
- zouden inhouwen
- zouden inhouwen
en verder
- is ingehouwd
diversen
- houw in!
- houwt in!
- ingehouwd
- inhouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor inhouwen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
entailler | inhakken; inhouwen | creneleren; een inkeping maken; inkepen; inkerven; insnijden; kartelen; kartels krijgen; kepen; kerven; snijwerk maken |