Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
creux
|
|
gleuf; gootvormige decoratieve uitholling; holheid; holkeel; kuil; langwerpige uitholling; leegheid; opening; sleuf; uitholling; voosheid
|
vide
|
|
gaping; hiaat; holheid; lacune; ledigheid; leegheid; leegte; leemte; lek; lekken; luchtledige ruimte; niets; spouw; vacuüm; voosheid
|
vierge
|
|
maagd
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
banal
|
hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend
|
alledaagse; banaal; courant; futiel; gangbaar; gebruikelijk; gering; gewoon; grof; laag-bij-de-grond; lomp; luttel; miniem; minimaal; minste; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; ordinair; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vulgair; vunzig; weinig; weinigzeggend
|
creux
|
hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend
|
blind; diep; diepliggend; ingevallen; innig; intens; niet zien kunnend
|
non occupé
|
inhoudsloos; leeg
|
ijdel; ledig; leeg; loos; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbezet; ongebruikt; ongeopend; ongevuld
|
non rempli
|
inhoudsloos; leeg
|
blanco; onbeschreven; oningevuld
|
vacant
|
inhoudsloos; leeg
|
beschikbaar; disponibel; ledig; leeg; onbebouwd; onbezet; vacant
|
vide
|
inhoudsloos; leeg
|
ledig; leeg; loos; luchtledig; onbebouwd; onbezet; vacuum; vrij; zonder taak
|
vide de sens
|
hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend
|
doelloos; nutteloos; onzinnig; zinledig; zinloos; zonder nut
|
vierge
|
inhoudsloos; leeg
|
blanco; gaaf; koel; koud; kuis; maagdelijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onberoerd; onbeschreven; onbevlekt; onbewogen; ongebruikt; ongecultiveerd; ongeopend; ongerept; oningevuld; onontgonnen; onschuldig; onverzwakt; puur; rein; virginaal; zuiver
|