Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ineenschrompelen (Nederlands) in het Frans
ineenschrompelen:
ineenschrompelen werkwoord (schrompel ineen, schrompelt ineen, schrompelde ineen, schrompelden ineen, ineengeschrompeld)
-
ineenschrompelen (ineenkrimpen; schrompelen)
se serrer; se contracter; se crisper; se rétrécir; se ratatiner-
se serrer werkwoord
-
se contracter werkwoord
-
se crisper werkwoord
-
se rétrécir werkwoord
-
se ratatiner werkwoord
-
Conjugations for ineenschrompelen:
o.t.t.
- schrompel ineen
- schrompelt ineen
- schrompelt ineen
- schrompelen ineen
- schrompelen ineen
- schrompelen ineen
o.v.t.
- schrompelde ineen
- schrompelde ineen
- schrompelde ineen
- schrompelden ineen
- schrompelden ineen
- schrompelden ineen
v.t.t.
- ben ineengeschrompeld
- bent ineengeschrompeld
- is ineengeschrompeld
- zijn ineengeschrompeld
- zijn ineengeschrompeld
- zijn ineengeschrompeld
v.v.t.
- was ineengeschrompeld
- was ineengeschrompeld
- was ineengeschrompeld
- waren ineengeschrompeld
- waren ineengeschrompeld
- waren ineengeschrompeld
o.t.t.t.
- zal ineenschrompelen
- zult ineenschrompelen
- zal ineenschrompelen
- zullen ineenschrompelen
- zullen ineenschrompelen
- zullen ineenschrompelen
o.v.t.t.
- zou ineenschrompelen
- zou ineenschrompelen
- zou ineenschrompelen
- zouden ineenschrompelen
- zouden ineenschrompelen
- zouden ineenschrompelen
diversen
- schrompel ineen!
- schrompelt ineen!
- ineengeschrompeld
- ineenschrompelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor ineenschrompelen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
se contracter | ineenkrimpen; ineenschrompelen; schrompelen | afnemen; contracteren; inkrimpen; krimpen; minder worden; samentrekken; slinken; verkleinen; verminderen |
se crisper | ineenkrimpen; ineenschrompelen; schrompelen | |
se ratatiner | ineenkrimpen; ineenschrompelen; schrompelen | indrogen; samentrekken; schrompelen; slinken; verschrompelen |
se rétrécir | ineenkrimpen; ineenschrompelen; schrompelen | afnemen; inkrimpen; krimpen; minder worden; slinken; verkleinen; verminderen |
se serrer | ineenkrimpen; ineenschrompelen; schrompelen | inschikken |