Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. industrie:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor industrie (Nederlands) in het Frans

industrie:

industrie [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de industrie (tak van nijverheid)
    la diligence; l'application

Vertaal Matrix voor industrie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
application industrie; tak van nijverheid aandrang; aanleggen; aanwenden; aanwending; ambitie; applicatie; arbeidzaamheid; behandeling; boordsel; devotie; doel; doeleinde; drang; eerzucht; galon; gebruik; genegenheid; hantering; ijver; ijverigheid; inzet; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; omzoming; oplegsel; overgave; passement; programma; streven; toegewijdheid; toepassing; toewijding; trouw; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid; zakelijke toepassing; zorgzaamheid
diligence industrie; tak van nijverheid ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; postkoets; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid

Verwante woorden van "industrie":

  • industries, industrietje, industrietjes

Verwante definities voor "industrie":

  1. alle fabrieken bij elkaar1
    • de staalindustrie maakt veel winst1

Wiktionary: industrie

industrie
noun
  1. Nijverheid

Cross Translation:
FromToVia
industrie industrie industry — businesses that produce goods

Verwante vertalingen van industrie