Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
homme
|
iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; wezen
|
butler; gast; goser; gozer; heerschap; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar; kerel; knakker; knul; levensgezel; levenspartner; man; manspersoon; mens; menselijk wezen; partner; sujet; vent
|
individu
|
eenling; enkeling; iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; sterveling; wezen
|
butler; creatuur; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar; kerel; man; manspersoon; mens; menselijk wezen; schepsel; vent
|
mortel
|
individu; mens; persoon; sterveling; wezen
|
|
personne
|
iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; sterveling; wezen
|
iemand
|
solitaire
|
eenling; enkeling; individu
|
anachoreet; heremiet; individualist; kluizenaar; solitair
|
type
|
figuur; individu; type
|
aard; fatje; gast; genre; gevaarte; goser; gozer; heerschap; heertje; jochie; joekel; jongetje; kanjer; kerel; klasse; kleine jongen; knaap; knakker; knoert; knul; kokker; kokkerd; loei; man; model; monster; onderverdeling; proefje; proeve; slag; snuiter; soort; specimen; staal; staaltje; sujet; type; vent
|
être
|
individu; mens; persoon; sterveling; wezen
|
creatuur; schepsel
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
être
|
|
ergens verkeren; verkeren; zijn
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mortel
|
|
afstompend; dodelijk; eentonig; fataal; geestdodend; saai; sterfelijk; stom; suf
|
solitaire
|
|
afgelegen; afgezonderd; afzonderlijk; alleenlevend; apart; eenkennig; eenzelvig; in quarantaine; introvert; mensenschuw; separaat; solitair; teruggetrokken; ver; veraf; verafgelegen; vereenzaamd
|