Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- inbreuk:
-
Wiktionary:
- inbreuk → dérogation, désobéissance, effraction
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor inbreuk (Nederlands) in het Frans
inbreuk:
-
de inbreuk (aantasting; schending; schennis)
Vertaal Matrix voor inbreuk:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
atteinte | aantasting; inbreuk; schending; schennis | beschadigen; gekneusd zijn; kneuzing; krenking; kwetsen; kwetsing; verdragsschending |
infraction | aantasting; inbreuk; schending; schennis | overtreding |
transgression | aantasting; inbreuk; schending; schennis | delict; overtreding; vergrijp |
violation | aantasting; inbreuk; schending; schennis | verdragsschending |