Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- in:
- innen:
- invaren:
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor in:
- aux, au
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor in (Nederlands) in het Frans
in:
-
in (te)
-
in
Vertaal Matrix voor in:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dedans | binnenkant; binnenzijde; innerlijk; psyche | |
Preposition | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
à | te | |
- | te | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
de | van | |
en | van | |
par | bij; te; ter; via | |
à | bij; te; ter; van; via | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dans | in; te | bij; binnen; binnen een tijdsspanne; erbij; erop |
de | in; te | aan; bij; erbij; erop; per; uit; van de zijde van; vanaf; vanaf deze plaats; weg |
dedans | in | aan de binnenkant; binnenin; daarbinnen; daarin; erin |
en | in; te | aan; bij; daarvan; erbij; ergens naartoe; ernaar; erop; ertoe; ervan; hiervan; naar |
par | in; te | door; door middel van; middels; om; vanwege; wegens |
à | in; te | aan; bij; daaraan; erbij; ergens naartoe; erop; naar; naar toe; toe; à |
Synoniemen voor "in":
Antoniemen van "in":
Verwante definities voor "in":
Wiktionary: in
in
Cross Translation:
-
-
-
Traductions à trier suivant le sens
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• in | → REP | ↔ RIP — abbreviation: rest in peace |
• in | → habilité | ↔ able — legally qualified |
• in | → pendant; durant | ↔ during — within a given time interval |
• in | → dans | ↔ in — contained by |
• in | → dans; en | ↔ in — surrounded by |
• in | → en | ↔ in — pertaining to |
• in | → en | ↔ in — part, member of |
• in | → dans | ↔ in — after a period of time |
• in | → dans | ↔ in — into |
• in | → en; dans | ↔ in — during |
• in | → s'emboîter | ↔ nest — to successively neatly fit |
• in | → emboîter | ↔ nest — to successively place inside another |
• in | → feuilleter | ↔ page — turn several pages of a publication |
• in | → ravir | ↔ ravish — transport with joy or delight; delight to ecstasy |
• in | → capable; de | ↔ up to — capable of |
• in | → en vogue | ↔ vogueing — fashionable |
in vorm van innen:
-
innen
-
innen (invordering; incasso; inning; vordering; incassering)
-
innen (geld in ontvangst nemen; incasseren)
encaisser; percevoir; toucher-
encaisser werkwoord (encaisse, encaisses, encaissons, encaissez, encaissent, encaissais, encaissait, encaissions, encaissiez, encaissaient, encaissai, encaissas, encaissa, encaissâmes, encaissâtes, encaissèrent, encaisserai, encaisseras, encaissera, encaisserons, encaisserez, encaisseront)
-
percevoir werkwoord (perçois, perçoit, percevons, percevez, perçoivent, percevais, percevait, percevions, perceviez, percevaient, perçus, perçut, perçûmes, perçûtes, perçurent, percevrai, percevras, percevra, percevrons, percevrez, percevront)
-
toucher werkwoord (touche, touches, touchons, touchez, touchent, touchais, touchait, touchions, touchiez, touchaient, touchai, touchas, toucha, touchâmes, touchâtes, touchèrent, toucherai, toucheras, touchera, toucherons, toucherez, toucheront)
-
Conjugations for innen:
o.t.t.
- in
- int
- int
- innen
- innen
- innen
o.v.t.
- inde
- inde
- inde
- inden
- inden
- inden
v.t.t.
- heb geïnd
- hebt geïnd
- heeft geïnd
- hebben geïnd
- hebben geïnd
- hebben geïnd
v.v.t.
- had geïnd
- had geïnd
- had geïnd
- hadden geïnd
- hadden geïnd
- hadden geïnd
o.t.t.t.
- zal innen
- zult innen
- zal innen
- zullen innen
- zullen innen
- zullen innen
o.v.t.t.
- zou innen
- zou innen
- zou innen
- zouden innen
- zouden innen
- zouden innen
en verder
- is geïnd
diversen
- in!
- int!
- geïnd
- innend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor innen:
Wiktionary: innen
innen
innen
Cross Translation:
verb
-
Réunir en collections.
-
Traductions à trier suivant le sens
-
Faire un amas, un assemblage, une collection de choses.
-
assembler de nouveau des personnes, des bêtes ou des choses qui disperser.
-
retrouver, rentrer en possession ; acquérir de nouveau une chose qu’on perdre.
-
(vieilli) rassembler les fruits d’une terre, en faire la récolte ; on dit plutôt « récolter ».
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• innen | → encaisser | ↔ cash — to exchange (a check/cheque) for money |
in vorm van invaren:
-
invaren (binnenvaren)
Conjugations for invaren:
o.t.t.
- vaar in
- vaart in
- vaart in
- varen in
- varen in
- varen in
o.v.t.
- voer in
- voer in
- voer in
- voeren in
- voeren in
- voeren in
v.t.t.
- ben ingevaren
- bent ingevaren
- is ingevaren
- zijn ingevaren
- zijn ingevaren
- zijn ingevaren
v.v.t.
- was ingevaren
- was ingevaren
- was ingevaren
- waren ingevaren
- waren ingevaren
- waren ingevaren
o.t.t.t.
- zal invaren
- zult invaren
- zal invaren
- zullen invaren
- zullen invaren
- zullen invaren
o.v.t.t.
- zou invaren
- zou invaren
- zou invaren
- zouden invaren
- zouden invaren
- zouden invaren
en verder
- vaarde in
- vaarde in
- vaarde in
- vaarden in
- vaarden in
- vaarden in
diversen
- vaar in!
- vaart in!
- ingevaren
- invarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor invaren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
entrer dans | binnenvaren; invaren | belopen; betreden; bewandelen; binnendringen; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenrijden; binnenstappen; binnentreden; binnenvallen; importeren; indringen; infiltreren; ingaan; inrijden; instappen; invallen; invoeren; te voet afleggen |
entrer dans un port | binnenvaren; invaren |