Nederlands
Uitgebreide vertaling voor in ontvangst nemen (Nederlands) in het Frans
in ontvangst nemen:
in ontvangst nemen werkwoord (neem in ontvangst, neemt in ontvangst, nam in ontvangst, namen in ontvangst, in ontvangst genomen)
-
in ontvangst nemen (ontvangen; krijgen; opstrijken)
recevoir; prendre livraison de-
recevoir werkwoord (reçois, reçoit, recevons, recevez, reçoivent, recevais, recevait, recevions, receviez, recevaient, reçus, reçut, reçûmes, reçûtes, reçurent, recevrai, recevras, recevra, recevrons, recevrez, recevront)
-
prendre livraison de werkwoord
-
-
in ontvangst nemen (ontvangen; accepteren; aannemen; aanvaarden)
recevoir; accueillir; prendre; accepter; engager; ramasser; assumer; entamer-
recevoir werkwoord (reçois, reçoit, recevons, recevez, reçoivent, recevais, recevait, recevions, receviez, recevaient, reçus, reçut, reçûmes, reçûtes, reçurent, recevrai, recevras, recevra, recevrons, recevrez, recevront)
-
accueillir werkwoord (accueille, accueilles, accueillons, accueillez, accueillent, accueillais, accueillait, accueillions, accueilliez, accueillaient, accueillis, accueillit, accueillîmes, accueillîtes, accueillirent, accueillerai, accueilleras, accueillera, accueillerons, accueillerez, accueilleront)
-
prendre werkwoord (prends, prend, prenons, prenez, prennent, prenais, prenait, prenions, preniez, prenaient, pris, prit, prîmes, prîtes, prirent, prendrai, prendras, prendra, prendrons, prendrez, prendront)
-
accepter werkwoord (accepte, acceptes, acceptons, acceptez, acceptent, acceptais, acceptait, acceptions, acceptiez, acceptaient, acceptai, acceptas, accepta, acceptâmes, acceptâtes, acceptèrent, accepterai, accepteras, acceptera, accepterons, accepterez, accepteront)
-
engager werkwoord (engage, engages, engageons, engagez, engagent, engageais, engageait, engagions, engagiez, engageaient, engageai, engageas, engagea, engageâmes, engageâtes, engagèrent, engagerai, engageras, engagera, engagerons, engagerez, engageront)
-
ramasser werkwoord (ramasse, ramasses, ramassons, ramassez, ramassent, ramassais, ramassait, ramassions, ramassiez, ramassaient, ramassai, ramassas, ramassa, ramassâmes, ramassâtes, ramassèrent, ramasserai, ramasseras, ramassera, ramasserons, ramasserez, ramasseront)
-
assumer werkwoord (assume, assumes, assumons, assumez, assument, assumais, assumait, assumions, assumiez, assumaient, assumai, assumas, assuma, assumâmes, assumâtes, assumèrent, assumerai, assumeras, assumera, assumerons, assumerez, assumeront)
-
entamer werkwoord (entame, entames, entamons, entamez, entament, entamais, entamait, entamions, entamiez, entamaient, entamai, entamas, entama, entamâmes, entamâtes, entamèrent, entamerai, entameras, entamera, entamerons, entamerez, entameront)
-
Conjugations for in ontvangst nemen:
o.t.t.
- neem in ontvangst
- neemt in ontvangst
- neemt in ontvangst
- nemen in ontvangst
- nemen in ontvangst
- nemen in ontvangst
o.v.t.
- nam in ontvangst
- nam in ontvangst
- nam in ontvangst
- namen in ontvangst
- namen in ontvangst
- namen in ontvangst
v.t.t.
- heb in ontvangst genomen
- hebt in ontvangst genomen
- heeft in ontvangst genomen
- hebben in ontvangst genomen
- hebben in ontvangst genomen
- hebben in ontvangst genomen
v.v.t.
- had in ontvangst genomen
- had in ontvangst genomen
- had in ontvangst genomen
- hadden in ontvangst genomen
- hadden in ontvangst genomen
- hadden in ontvangst genomen
o.t.t.t.
- zal in ontvangst nemen
- zult in ontvangst nemen
- zal in ontvangst nemen
- zullen in ontvangst nemen
- zullen in ontvangst nemen
- zullen in ontvangst nemen
o.v.t.t.
- zou in ontvangst nemen
- zou in ontvangst nemen
- zou in ontvangst nemen
- zouden in ontvangst nemen
- zouden in ontvangst nemen
- zouden in ontvangst nemen
en verder
- is in ontvangst genomen
- zijn in ontvangst genomen
diversen
- neem in ontvangst!
- neemt in ontvangst!
- in ontvangst genomen
- in ontvangst nemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor in ontvangst nemen:
Computer vertaling door derden: