Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
proche
|
|
naaste
|
voisin
|
|
buur; buurman; omwonende
|
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
près de
|
|
bij; te; ter; via
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
au-dessus
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
|
bij; boven; bovenop; bovenuit; daarboven; erbij; erboven; erbovenuit; erop; over; overheen
|
avoisinant
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
|
aangrenzend; aanliggend; aanpalend; belendend; naburig; omliggend
|
proche
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
|
aangrenzend; aankomend; aanpalend; aanstaand; belendend; geallieerd; gerelateerd; nabije; toekomend; toekomstig; toekomstige; verwant
|
proche de
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
|
nabije
|
près
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
|
nabije
|
près de
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
|
bij de; nabije
|
restreint
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
|
aan een kant beschrijfbaar; begrensd; beperkt; eenzijdig; eng; geborneerd; gelimiteerd; krap; met weinig ruimte; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte
|
tout près de
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
|
nabije
|
voisin
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
|
aangrenzend; aanliggend; aanpalend; belendend; naburig; omliggend; omwonend
|
à côté
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
|
aangrenzend; aanpalend; behalve dat; belendend; bovendien; daarbij; daarenboven; ernaast; fout; foutief; hiernaast; mis; naar opzij; naast dit; naburig; omliggend; onjuist; onwaar; ten onrechte; terloops; terzijde; verkeerd; zijwaarts
|