Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. huismoeder:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huismoeder (Nederlands) in het Frans

huismoeder:

huismoeder [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de huismoeder
    la maîtresse de maison; la femme au foyer

Vertaal Matrix voor huismoeder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
femme au foyer huismoeder huisvrouw
maîtresse de maison huismoeder gastvrouw; herbergierster; waardin

Verwante woorden van "huismoeder":

  • huismoeders, huismoedertje

Wiktionary: huismoeder

huismoeder
noun
  1. zoologie|nocat=1 Une espèce d' insecte lépidoptère (papillon) de nuit de la famille des noctuidés (Noctuidae) d'Europe, migrateur, dont le dos des ailes est de couleur brun-beige aux antérieures et jaune-orangé avec une bande foncée aux postérieures.

Cross Translation:
FromToVia
huismoeder fiancée HausmutterEntomologie: Nachtfalter aus der Familie der Eulenfalter