Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. huishuur:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huishuur (Nederlands) in het Frans

huishuur:

huishuur [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de huishuur (huursom; huur; huurprijs)
    le loyer; le prix de location; la location

Vertaal Matrix voor huishuur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
location huishuur; huur; huurprijs; huursom huren van persoon; inhuren; leasing; plaatsbespreking; reservering; verhuring; verhuur; voorbespreking; voorverkoop
loyer huishuur; huur; huurprijs; huursom kamerhuur; pacht
prix de location huishuur; huur; huurprijs; huursom pacht

Verwante woorden van "huishuur":

  • huishuren

Computer vertaling door derden: