Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- huishoudelijk:
-
Wiktionary:
- huishoudelijk → ménager
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor huishoudelijk (Nederlands) in het Frans
huishoudelijk:
-
huishoudelijk
ménagère; domestique; ménager; de maison-
ménagère bijvoeglijk naamwoord
-
domestique bijvoeglijk naamwoord
-
ménager bijvoeglijk naamwoord
-
de maison bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor huishoudelijk:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
domestique | assistent; bediende; butler; dienaar; dienstbode; dienstknecht; dienstmeisje; helper; herenknecht; huisbediende; huisjongen; huisknecht; hulp; hulp in de huishouding; hulpje; kamerbediende; kamerdienaar; knecht; lakei; livreiknecht; mens; menselijk wezen; schoonmaakster; secondant; werkster | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ménager | besparen; geld besparen; matigen; minder gebruiken | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
de maison | huishoudelijk | |
domestique | huishoudelijk | tam |
ménager | huishoudelijk | |
ménagère | huishoudelijk |
Verwante woorden van "huishoudelijk":
Wiktionary: huishoudelijk
huishoudelijk
noun
-
Celui, celle qui administre avec économie.
Computer vertaling door derden: