Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. huisbewaarder:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huisbewaarder (Nederlands) in het Frans

huisbewaarder:

huisbewaarder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de huisbewaarder (huismeester)
    le concierge

Vertaal Matrix voor huisbewaarder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concierge huisbewaarder; huismeester amanuensis; babbelaar; bewaker; cipier; conciërge; deurwachter; gevangenbewaarder; hospes; huisbaas; huisheer; huurbaas; kamerverhuurder; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; portier; schoolbewaarder; suppoost; wacht; zaalwachter; zwammer; zwetser

Verwante woorden van "huisbewaarder":

  • huisbewaarders