Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. hufters:
  2. hufter:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hufters (Nederlands) in het Frans

hufters:

hufters [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de hufters
    le salauds; la canailles; le rustres

Vertaal Matrix voor hufters:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
canailles hufters gemeneriken; schoften; slechteriken; smeerlappen; varkens; viezeriken; zwijnen
rustres hufters gemeneriken; horken; slechteriken
salauds hufters boeven; gemeneriken; rabauwen; rotzakken; schoften; schurken; slechteriken; smeerlappen; varkens; viezeriken; viezerikken; zwijnen

Verwante woorden van "hufters":


hufter:

hufter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hufter (klootzak)
    le nigaud; l'imbécile; le plouc; le dadais; la cruche
    • nigaud [le ~] zelfstandig naamwoord
    • imbécile [le ~] zelfstandig naamwoord
    • plouc [le ~] zelfstandig naamwoord
    • dadais [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cruche [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hufter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cruche hufter; klootzak kan; kannetje; kruik; pul; schenkkan; schenkkannetje
dadais hufter; klootzak schlemiel; slemiel; slungel; sukkel; watje
imbécile hufter; klootzak achterlijke; dolleman; dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; druiloor; dwaas; geesteszieke; gek; geschifte; hansworst; idioot; kalfskop; klojo; krankzinnige; kwast; kwibus; leeghoofdje; minkukel; nar; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; rasidioot; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken; waanzinnige; zot; zwakzinnige
nigaud hufter; klootzak aalscholver; achterlijke; dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; druiloor; dwaas; gek; gestoorde; idioot; kalfskop; kuiken; leeghoofdje; mafketel; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; onnozole hals; rund; schaap; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uil; uilskuiken
plouc hufter; klootzak agrariër; boer; boerenkinkel; boerenlul; brutale kerel; heikneuter; hork; lummel; ongelikte beer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
imbécile achtergebleven; achterlijk; debiel; dement; dwaas; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; imbeciel; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; leeghoofdig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; onbenullig; onnozel; stupide; zot; zwakzinnig

Verwante woorden van "hufter":


Wiktionary: hufter

hufter
noun
  1. man die zich lomp, onbehouwen en/of aanstootgevend gedraagt

Cross Translation:
FromToVia
hufter connard; trou du cul asshole — mean or rude person