Nederlands
Uitgebreide vertaling voor hopeloos (Nederlands) in het Frans
hopeloos:
-
hopeloos (uitzichtloos; kansloos)
sans espoir; sans perspective; sans issue; sans avenir-
sans espoir bijvoeglijk naamwoord
-
sans perspective bijvoeglijk naamwoord
-
sans issue bijvoeglijk naamwoord
-
sans avenir bijvoeglijk naamwoord
-
-
hopeloos (zonder hoop)
affolé; sans espoir; impossible-
affolé bijvoeglijk naamwoord
-
sans espoir bijvoeglijk naamwoord
-
impossible bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor hopeloos:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
affolé | hopeloos; zonder hoop | desperaat; doodsbang; radeloos; ten einde raad; vertwijfeld; wanhopig; zeer bang |
impossible | hopeloos; zonder hoop | onbestaanbaar; ondoenlijk; ongenietbaar; onhaalbaar; onmogelijk; onrealiseerbaar; onrealistisch; onuitvoerbaar; slecht geluimd |
sans avenir | hopeloos; kansloos; uitzichtloos | uitzichtsloos |
sans espoir | hopeloos; kansloos; uitzichtloos; zonder hoop | onherstelbaar; reddeloos |
sans issue | hopeloos; kansloos; uitzichtloos | uitzichtsloos |
sans perspective | hopeloos; kansloos; uitzichtloos | uitzichtsloos |
Verwante woorden van "hopeloos":
Wiktionary: hopeloos
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hopeloos | → désespéré | ↔ desperate — filled with despair |
• hopeloos | → déprimé; abattu; découragé; triste | ↔ despondent — in low spirits from loss of hope or courage |
• hopeloos | → désespéré; miserable | ↔ forlorn — miserable |
• hopeloos | → désespéré | ↔ hopeless — destitute of hope; having no expectation of good; despairing |