Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hoogste (Nederlands) in het Frans

hoogste:

hoogste bijvoeglijk naamwoord

  1. hoogste (voornaamst; opperste)
    la plus haute; principal; le plus haut; au plus haut point; au plus haut degré; ultra; extrême

hoogste [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. hoogste
    le le plus haut; le plus haut degré

Vertaal Matrix voor hoogste:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extrême buitenmaat; buitenspeler; grens; limiet; speler buitenshuis; uiterste
le plus haut hoogste
plus haut degré hoogste
principal baas; belangrijkste; belangrijkste geldbedrag; beveiligingsprincipal; hoofdsom; hoofdzaak; meerdere; meester; patroon; principal; superieur; voornaamste
ultra ultra
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
au plus haut degré hoogste; opperste; voornaamst bijzonder; bovenste; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
au plus haut point hoogste; opperste; voornaamst bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
extrême hoogste; opperste; voornaamst alleruiterst; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; ergst; excessief; extreem; geweldig; grootst; heel erg; hogelijk; hoogst; maximaal; meest; ten zeerste; uitermate; uiterst; ultra; verregaand; zeer; zeerste
la plus haute hoogste; opperste; voornaamst bovenste
le plus haut hoogste; opperste; voornaamst allerhoogst; bovenst; bovenste; hoogst; opperst; opperste
principal hoogste; opperste; voornaamst hoofd; voornaamste
ultra hoogste; opperste; voornaamst bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; ultra; zeer; zeerste

Verwante woorden van "hoogste":


hoogste vorm van hoog:

hoog bijvoeglijk naamwoord

  1. hoog (hooggelegen)
    haut situé
  2. hoog (schel; scherp; schril; hard; snerpend)
    suraigu; aigu; perçant; mordant; pointu; violent; strident; criard

Vertaal Matrix voor hoog:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
criard brulboei; bulderaar; schreeuwer; schreeuwlelijk
mordant bijterigheid; het bijtende; het nare
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aigu hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend acuut; beklemmend; doordringend; fel; grievend; hanig; heftig; hevig; indringend; intens; knellend; krenkend; kwetsend; messcherp; nijpend; pinnig; puntig; schel klinkend; scherp; scherpklinkend; smartelijk; snibbig; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst; vinnig; vlijmend
criard hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend hard; lawaaierig; luid; luid klinkend; luidruchtig; rumoerig
haut situé hoog; hooggelegen
mordant hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend bijtend; bijtende; bijterig; doordringend; fel; gemeen; grievend; inbijtend; invretend; inwerkend; krenkend; kwetsend; met sarcasme; sarcastisch; scherp
perçant hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend doordringend; fel; hanig; indringend; nijpend; penetrant; pinnig; schel klinkend; scherp; scherpgerand; scherpklinkend; smartelijk; snibbig; vinnig; vlijmend
pointu hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend fel; getopt; hanig; met toppen; pinnig; puntig; scherp; snavelvormig; snibbig; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst; tuitvormig; vinnig; vlijmend; vlijmscherp
strident hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend doordringend; indringend; krijserig; schel klinkend; scherp; schreeuwerig
suraigu hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend
violent hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend aanrandend; agressief; bitter; bitter van smaak; fel; gewelddadig; geweldig; hanig; hard; hardhandig; heftig; hevig; intens; intensief; kokend; onzacht; pinnig; ruw; scherp; snibbig; verwoed; vinnig; vlijmend; ziedend

Verwante woorden van "hoog":


Antoniemen van "hoog":


Verwante definities voor "hoog":

  1. behoorlijk ver van de grond1
    • de doelman maakte een hoge sprong1
  2. met een grote waarde1
    • ze vragen een hoge prijs voor dit huis1
  3. scherp, licht en helder1
    • ze heeft een hoge stem1
  4. ver in rang of volgorde1
    • de hogere klassen hebben vrij1

Wiktionary: hoog

hoog
adjective
  1. 2, 3, 4
hoog
adjective
  1. Qui élever. — note Par opposition à bas et à petit, en parlant d’un objet considérer par rapport à tous les autres objets du même genre, ou seulement par comparaison à un ou à plusieurs autres.

Cross Translation:
FromToVia
hoog haute; haut high — elevated
hoog haut high — tall, lofty
hoog haut tall — of a building
hoog haut hochsozial: vornehm, im Rang weit oben stehend
hoog haut hochakustische Wahrnehmung: mit großer Schwingungszahl
hoog haut hochgroß in der Ausdehnung nach oben; eine bestimmte Höhe aufweisend
hoog haut hoch — weit oben befindlich

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van hoogste