Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hofjes (Nederlands) in het Frans

hofjes:

hofjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de hofjes (kleine huisjes om binnenplein)
    la cours
    • cours [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hofjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cours hofjes; kleine huisjes om binnenplein aandelenkoersen; algemeenheid; beloop; college; cursus; gangbaarheid; gebruikelijkheid; geloofsleer; instructie; koersen; kursus; leer; leergang; leerstelling; leerstuk; lering; les; lesuur; onderricht; onderrichting; onderwijs; ontwikkelingsgang; progressie; schoolpleinen; speelplaatsen; speelpleinen; studie; universitaire les; verloop; voortgang; vooruitgang; vordering
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
cours cursus

Verwante woorden van "hofjes":


hofje:

hofje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hofje (patio)
    le préau; la cour intérieure; la terrasse; l'enclos; le patio; le jardin intérieur

Vertaal Matrix voor hofje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cour intérieure hofje; patio binnenplaats; cour; hof
enclos hofje; patio binnenplaats; boerenerf; cour; erf; gaard; grondgebied; heem; hof; omgrensde ruimte; terrein; territorium; tuin
jardin intérieur hofje; patio binnenplaats; cour; hof
patio hofje; patio binnenplaats; cour; hof
préau hofje; patio binnenplaats; cour; hof
terrasse hofje; patio platform; podium; terras; terrascafé; verhoging

Verwante woorden van "hofje":


hof:

hof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hof (binnenplaats; cour)
    la cour intérieure; l'enclos; le jardin intérieur; le préau; le patio
  2. de hof (park)
    le parc; le jardin public
  3. de hof (boerenerf; erf; heem)
    la basse-cour; l'enclos
  4. de hof (rechtbank; gerechtshof; tribunaal; gerecht; balie)
    le tribunal; la cour; le palais de justice; la barre; la justice; l'instance judiciaire; la cour d'appel; la cour d'assises

Vertaal Matrix voor hof:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barre balie; gerecht; gerechtshof; hof; rechtbank; tribunaal balkonhek; balustrade; baton; chocolade; chocoladereep; gelid; getuigenbank; lijn; linie; pastille; plak; reep; reep chocolade; rij; schreef; staaf; staf; stang; stok; streep; tablet
basse-cour boerenerf; erf; heem; hof hoenderhof
cour balie; gerecht; gerechtshof; hof; rechtbank; tribunaal gaard; gelijkzijdige vierhoek; gerechtelijke instantie; gevolg; hofhouding; rechtscollege; schoolplein; speelplaats; speelplein; tuin; vierkant
cour d'appel balie; gerecht; gerechtshof; hof; rechtbank; tribunaal gerechtelijke instantie; rechtscollege
cour d'assises balie; gerecht; gerechtshof; hof; rechtbank; tribunaal gerechtelijke instantie; rechtscollege
cour intérieure binnenplaats; cour; hof hofje; patio
enclos binnenplaats; boerenerf; cour; erf; heem; hof erf; gaard; grondgebied; hofje; omgrensde ruimte; patio; terrein; territorium; tuin
instance judiciaire balie; gerecht; gerechtshof; hof; rechtbank; tribunaal gerechtelijke instantie
jardin intérieur binnenplaats; cour; hof hofje; patio
jardin public hof; park gemeentepark; plantsoen; stadspark
justice balie; gerecht; gerechtshof; hof; rechtbank; tribunaal billijkheid; eigenschap van rechtvaardigheid; gerechtigheid; recht; rechtspleging; rechtspraak; rechtvaardigheid; redelijkheid; schappelijkheid
palais de justice balie; gerecht; gerechtshof; hof; rechtbank; tribunaal gerechtelijke instantie; gerechtsgebouw; rechtbanken; rechtsgebouw
parc hof; park gemeentepark; stadspark
patio binnenplaats; cour; hof hofje; patio
préau binnenplaats; cour; hof hofje; patio
tribunal balie; gerecht; gerechtshof; hof; rechtbank; tribunaal gerecht; gerechtelijke instantie; gerechtsgebouw; rechtbank; rechterstoel; rechthuis; rechtsgebouw

Verwante woorden van "hof":


Wiktionary: hof

hof
noun
  1. espace découvert qui dépendre d’une maison, d’un hôtel, etc., et qui est entourer de murs ou de bâtiments.
  2. Lieu où l’on cultive les plantes

Cross Translation:
FromToVia
hof cour court — enclosed space; a courtyard
hof tribunal; cour court — hall, chamber, or place, where justice is administered