Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. hik:
  2. hikken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hik (Nederlands) in het Frans

hik:

hik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hik
    l'hoquet
    • hoquet [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoquet hik

Verwante woorden van "hik":


Wiktionary: hik

hik
noun
  1. een periodiek optredende, spontane, onwillekeurige samentrekking van het middenrif tijdens inademing, gevolgd door het plots sluiten van het strotklepje, wat een kenmerkend geluid veroorzaakt
hik
Cross Translation:
FromToVia
hik hoquet hiccup — spasm of the diaphragm
hik hoquet hiccups — the condition of having hiccup spasms

hik vorm van hikken:

hikken werkwoord (hik, hikt, hikte, hikten, gehikt)

  1. hikken (de hik hebben)
    hoqueter; avoir le hoquet
    • hoqueter werkwoord (hoquette, hoquettes, hoquetons, hoquetez, )
    • avoir le hoquet werkwoord

Conjugations for hikken:

o.t.t.
  1. hik
  2. hikt
  3. hikt
  4. hikken
  5. hikken
  6. hikken
o.v.t.
  1. hikte
  2. hikte
  3. hikte
  4. hikten
  5. hikten
  6. hikten
v.t.t.
  1. heb gehikt
  2. hebt gehikt
  3. heeft gehikt
  4. hebben gehikt
  5. hebben gehikt
  6. hebben gehikt
v.v.t.
  1. had gehikt
  2. had gehikt
  3. had gehikt
  4. hadden gehikt
  5. hadden gehikt
  6. hadden gehikt
o.t.t.t.
  1. zal hikken
  2. zult hikken
  3. zal hikken
  4. zullen hikken
  5. zullen hikken
  6. zullen hikken
o.v.t.t.
  1. zou hikken
  2. zou hikken
  3. zou hikken
  4. zouden hikken
  5. zouden hikken
  6. zouden hikken
diversen
  1. hik!
  2. hikt!
  3. gehikt
  4. hikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor hikken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avoir le hoquet de hik hebben; hikken
hoqueter de hik hebben; hikken

Verwante woorden van "hikken":


Wiktionary: hikken

hikken
verb
  1. Avoir le hoquet
  2. Être pris de spames

Cross Translation:
FromToVia
hikken hoqueter; [[avoir le hoquet]] hiccup — to hiccup

Verwante vertalingen van hik